M ET het voorgaande betoog is in feite de plaats van de Oosterschelde
in de Delta aangeduid: de Oosterschelde als onderdeel van de cen
trale open ruimte. De begrippen centraal en open wil ik hier beide
onderstrepen. Juist in het hart van dit verstedelijkt deel van West-Europa is
centraal de behoefte aan open gebied van ruime schaal groot.
moeten worden getroffen. De nabijheid van de grote stedelijke gebieden
vraagt om een behoorlijke ontsluiting en de aanleg van talloze voorzie
ningen, vooral aan de randen in de omgeving van de steden. Daarnaast is
er de ontwikkeling van de meren, de Deltameren, tot veelzijdig watersport
en oeverrecreatiegebied. In de Nota heeft de Oosterschelde samen met
andere delen van de Zeeuwse meren de aanduiding watersportgebied van
nationale betekenis gekregen.
Ik wijs erop dat met een dergelijke aanduiding bepaald niet de inrichting
van volledige nieuwe landschappen wordt bedoeld. Het is juist de bedoeling
gebruik te maken van het eigen karakter van de bestaande landschappen.
Dit te behouden, wellicht te versterken en verder te ontsluiten, toegankelijk
te maken door aanvullende voorzieningen voor de stedelijke bevolking. Ik
meen dat er grote mogelijkheden liggen om veel van het eigene, van het
Zeeuwse landschap, de merkwaardige afwisseling van grote en kleine ruim
ten, van vlakke gebieden, besloten in compartimenten en dan enorme water
vlakten, te behouden.
Het begrip „open" is hier misschien in een wat andere betekenis gebruikt
dan dat in eerste aanleg bij het spreken over de Oosterschelde veelal het
geval is.
De waterstaatsingenieur en de planoloog spreken vaak een verschillende
taal. Een dijk is voor een waterstaatsingenieur een waterkerend grond-
lichaam; voor de planoloog een structurerend element. Voor de planoloog is
de hoofdzaak dat je aan de ene kant van die dijk kan wonen en aan de
andere kant niet. De vraag aan welke kant het water staat interesseert
hem slechts indirect.
Zo is het misschien ook wel met de begrippen open en gesloten. Die hebben
voor de ingenieur een andere betekenis dan voor de planoloog. Ik hoop
dat de betekenis van mijn „pleidooi voor een open Oosterschelde" door
102