Oosterschelde en ruimtelijke ordening het voorgaande duidelijk is geworden. En ik zou kunnen besluiten met de wens „dat de afgesloten Oosterschelde nog lang open mag blijven". I K zei al dat de ingenieur en de planoloog vaak een verschillende taal spreken. Na de beschouwingen over differentiatie zal het u niet ver bazen dat deze planoloog inderdaad niet helemaal gelukkig is met de afsluitingen. Ik zie heel goed dat de variatie, de rijke verscheidenheid, veel van het oorspronkelijke karakter van dit Zeeuwse landschap, wordt be dreigd; dat de grote technische ingreep in dit gebied het gevaar van botte nivellering inhoudt! Maar betekent dit dat we het Deltaplan zo ineens in zijn essentie kunnen wijzigen? Ik geloof van niet. Het Deltaplan is een complex; een groot en groots project waar niet zo maar halverwege in geknipt kan worden. Het is een plan waarvoor de hoofdargumenten nog steeds even klemmend zijn als 10 jaar terug: veiligheid, waterhuishouding, ontsluiting. Het is een plan, door eminente mannen uitvoerig bestudeerd; laat niemand met het verwijt komen van een tekort aan studie; het rapport van de Deltacommissie spreekt letterlijk boekdelen. Het is een plan dat vele stadia van overleg heeft door lopen, dat de goedkeuring van de volksvertegenwoordiging heeft gekregen. Dat alles zet je niet zomaar aan de kant. Het maatschappelijk proces moet een zekere continuïteit hebben. Dat vraagt eerbied voor wat in een vorige fase door bestuurders en volksvertegenwoordigers is beslist en door onze beste wetenschapsmensen en technici werd geadviseerd. AAROM is mijn standpunt: niet meer aan de hoofdopzet komen, de opzet zoals in hoofdlijnen in de Wet is gegeven. Wél in de uitvoering (en de detaillering!) trachten zoveel mogelijk van nieuwe inzichten en nieuwe gedachten in te passen en waar het nog niet nodig is iets definitief vast te leggen zoveel mogelijk open te houden; èn dat is dan weer de openheid van de planoloog! Daarom ben ik benieuwd naar de gedachten over een indeling in meerdere bekkens en naar het Koninklijk besluit over het tracé van de Oosterscheldedam. En vooral pleit ik voor grote behoed zaamheid en inzicht bij het opstellen van de verdere inrichtingsplannen van het Deltagebied: behoedzaamheid en inzicht bij bestuurders, wetenschaps mensen en technici. 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 31