De waterhuishouding in het deltagebied 2000 3000 4000 500- - 400 - - 300 - - 200- - 1 00 - - h- 0 1000 6000 7000 8000 9000 10000 m3/ sec AFVOER Zoutlast van de Rijn en zoutgehalte van het Rijnwater als functie van de Rijnafvoer, op grond van een analyse van de gegevens uit de jaren 1963-1965. ZOUTGEHALTE sluis toegankelijk te maken is. In de binnenscheepvaartver- binding met het achterland voorzien voorshands de kanalen door Walcheren en Zuid-Beveland in voldoende mate; de aanleg van een directe verbinding naar het Veerse Meer is in beginsel niet onmogelijk, doch kan verschillende bezwaren met zich brengen, ondermeer op het gebied van de water huishouding. In de Zeehavennota wordt de geraamde landelijke behoefte aan uitbreiding van het zeehaventerrein lot 1980 vergeleken met de mogelijkheden tot uitbreiding van bestaande en de ontwikkeling van geheel nieuwe zeehavengebieden, volgens de diverse in verschillende kring in ons land ontwikkelde plan nen, waaronder de bovengenoemde Reimerswaal- en Sloe- havenplannen. Tegenover de geraamde landelijke behoefte aan nieuwe zeehaventerreinen in de periode 1960-1980 staan dan de landelijke mogelijkheden van het beschikbaar komen van nieuwe terreinen volgens de bedoelde plannen, die in totaal een aanzienlijk grotere oppervlakte omvatten. Hierbij moet evenwel worden aangetekend dat de situatie in het deltagebied tot 1980 vanuit waterhuishoudkundig ge zichtspunt minder interessant is dan de situatie, die zich daarna zal ontwikkelen. Indien de Oosterschelde inderdaad, overeenkomstig het geldende tijdschema, in 1978 kan worden afgesloten, kan de primaire ontzilting van de zuidelijke deltabekkens afhankelijk van het tijdstip, waarop de ver eiste spuimiddelen gereed kunnen zijn in de periode 1980-1985 zijn voltooid. Rekent men bovendien nog met de periode, waarin de grote zoutbelasting door diffusie van bodemzout tot een zodanige waarde vermindert dat de in vloed hiervan op de waterkwaliteit binnen aanvaardbare grenzen is komen te liggen, dan valt het moment waarna een optimale benutting van de zoetwaterbekkens in principe mogelijk is nog iets lager. De waterhuishouding van de zuidelijke deltabekkens dient dan ook te worden beschouwd tegen de achtergrond van de mogelijke ontwikkeling van zeehavengebieden en scheepvaartwegen tot een verder ver wijderd tijdstip dan 1980. Indien de groei van de behoefte aan zeehavenareaal, zoals deze geraamd is voor de periode 1960-1980, zich in de periode 1980-2000 bijvoorbeeld verhoudingsgewijs in verge lijkbare mate zou voortzetten, kan zich in het deltagebied een grotere behoefte aan zeehaventerreinen voordoen dan waarin de tot dusverre ontwikkelde plannen voorzien. De vraag is in hoeverre de deltabekkens eventueel een rol kunnen spelen bij de dekking van de grotere behoefte aan ruimte voor deze en andere doeleinden. |N de eerste plaats moet nu worden gesteld dat het in principe de voorkeur verdient om wateren, die primair een waterhuishoudkundige functie hebben te vervullen, zoveel mogelijk te scheiden van de wateren met een zeehaven- of scheepvaartfunctie. De met laatst genoemde func ties samenhangende waterverontreiniging (water verontreiniging door massale scheepvaart, o.m. met olie; door ongelukken veroorzaakte of anderszins moeilijk te voorspellen of moeilijk geheel te voor komen waterverontreiniging van industriële her komst of samenhangende met de scheepvaart; koel watercirculatie, die bij een relatief belangrijk aan deel in de totale waterhuishouding de biologische zelfreinigingsprocessen kan verstoren; verzilting veroorzaakt door het, ondanks de verziltingsbestrij- ding bij schutsluizen, nog resterende zoutbezwaar; verzilting bij tijdelijke of partiële defecten van de middelen voor de verziltingsbestrijding bij schut sluizen; etc.), maakt de bedoelde mate van schei ding gewenst. De belangen van de waterhuishouding zullen bij vele situaties, die zich in principe kunnen voor doen, pleiten voor afzonderlijke bekkens voor de waterhuishouding en de zeehavens, waarbij de achterwaartse scheepvaartverbindingen lopen via een zo beperkt mogelijk aantal binnenvaartsluizen, 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 39