s re
9
OOSTERSCHELDE
MODEL UT
1 f
x
f
to F
66SHY////
wateraanvoer - en bekkensysteem
van zeeuwse meer gescheiden gedacht
:4-
Oosterschelde, Model III.
Vervolgens zijn onderzocht de gevolgen van de af
scheiding van een groter gebied, bijvoorbeeld be
grensd door een lijn van Stavenisse naar Wilhel-
minadorp en een lijn volgens het tracé van de
schermdam in de Oosterschelde van de Schelde-
Rijnverbinding. Figuur 6. Voor de binnenscheep-
vaartverbindingen zijn ruime voorzieningen ver
ondersteld. Voor de bereikbaarheid van het be
treffende gebied voor zeeschepen kan men denken
aan het kanaal bij Waarde, maar ook andere
oplossingen zijn in principe denkbaar. Zo is het
wellicht de moeite waard te onderzoeken in hoe
verre een zeevaart- en binnenscheepvaartkanaal
van het Sloe in de richting Wilhelminadorp even
tueel een aantrekkelijke oplossing kan bieden.
Opgemerkt zij dat, vooral wanneer de achter
waartse binnenscheepvaartverbindingen van de
Westerschelde en van een zeehavencomplex in de
Oosterschelde in hoofdzaak geleid zouden kunnen
worden via de Eendracht, de vraag op welke wijze
men de scheiding tussen de zoetwaterbekkens en
een zeehavengebied c.a. in de Oosterschelde zal
willen aanbrengen zorgvuldige bestudering vereist.
Een aspect, dat in dit geval sterker naar voren
komt, is dat de veiligheid tegen verontreiniging
van de zoetwaterbekkens mede enigszins kan wor
den beïnvloed door het onderhouden van een
naar het zuiden gerichte zoetwaterstroom op de
Eendracht. Uitgaande van een ruim kanaalprofiel
is een zoetwaterstroom van 50 a 80 m3/sec ver
eist om er voor te zorgen dat de invloed van een
door bijzondere omstandigheden veroorzaakte ver
hoging van het zoutgehalte van 1000 mg Cl'/l bij
Bergen op Zoom niet doordringt tot het Krammer.
Het spreekt overigens vanzelf dat normaal ge
sproken een dergelijk zoutgehalte ter plaatse niet
toelaatbaar is en dat in ieder geval moet worden
uitgegaan van een zo volledig mogelijke verzil-
tingsbestrijding bij de in de nabijheid gelegen
scheepvaartsluizen. Nadere studie zal moeten uit
wijzen op welke wijze in het veronderstelde geval
de begrenzing van de zoetwaterbekkens en een
zeehavengebied c.a. zou moeten worden uitge
voerd. Bij deze voortgezette studie zal ook nog
eens de variant kunnen worden bezien waarbij de
verziltingsbestrijding direct bij de schutsluizen aan
de Westerschelde plaatsvindt. Behalve de vereiste
investeringen en de exploitatiekosten ten aanzien
van de verschillende bij het probleem betrokken
facetten, spelen ook het zoetwaterverlies, zoute
kwel, veiligheid van de watervoorziening, hinder
voor de scheepvaart, beheersvraagstukken, etc. bij
de uiteindelijke keuze een rol.
In het navolgende is de verbinding tussen de zoet
waterbekkens en de zeehavengebieden voorshands
in alle gevallen gerealiseerd gedacht door binnen-
scheepvaartsluizen, waarbij een zo volledig mo
gelijke verziltingsbestrijding wordt toegepast.
^EN factor, die bij de beschouwingen over de toekomstige
waterhuishouding van de zuidelijke deltabekkens van uiter
mate groot belang is, is de benutting van de zoetwater
bekkens ten behoeve van de watervoorziening van de land
bouw en de watervoorziening van de bevolking en de in
dustrie.
In verband met de benutting van de zoetwaterbekkens ten
114