De waterhuishouding in het deltagebied
del van waterinlaat via een Halskanaal. Het regelmatig toe
laten van een niet onaanzienlijke peilvariatie op het Zeeuwse
Meer zou bovendien betekenen dat talloze voorzieningen duur
der worden dan in het geval van een normaal min of meer
constant peil. Een regelmatige benutting van de water-
bergingsfunctie van het Zeeuwse Meer in de zomermaanden
lage rivierafvoeren kunnen zich ook in de zomermaanden
voordoen zou tenslotte de waterbeheersing op de droogte-
gevoelige delen van het oude land en de drooggevallen
gronden nadelig kunnen beïnvloeden.
De hoeveelheid water, die beschikbaar komt bij een peil
variatie op het Zeeuwse Meer van N.A.P. 0,70 m, kan,
afhankelijk van de grootte van het bijvoorbeeld voor zee
havenontwikkeling af te scheiden deel van het Zeeuwse Meer
160 a 240 X 106 m3 bedragen, dit is verdeeld over 4 droge
maanden slechts 15 a 23 m3/sec, maar verdeeld over 1 maand
toch nog 60 a 90 m3/sec. Ten opzichte van de totale water
behoefte in een zomer-halfjaar zijn deze hoeveelheden be
trekkelijk klein, terwijl onder normale omstandigheden in
kwalitatief opzicht eveneens betrekkelijk kleine voordelen aan
de voorraadvorming zijn verbonden. De watervoorraad op het
Zeeuwse Meer moet dan ook meer worden gezien als een
waardevolle veiligheidsreserve voor bijzondere omstandig
heden, dan als een factor die bij het normale waterhuishoud-
kundige beheer regelmatig meespeelt.
Resumerend komt men zodoende tot het volgende peilregiem:
Zomerpeil in meters
t.o.v. N.A.P.
Winterpeil
Zeeuwse Meer
G revel in gen bek ken
Veerse Meer
iets boven N.A.P., ta
melijk zeldzaam dalend
tot 0,70
0,20
iets beneden N.A.P.,
tamelijk zeldzaam da
lend tot 0,70
iets beneden
N.A.P.
0,20
0,70
De overgang van het zomerpeil naar het winterpeil en om
gekeerd kan waarschijnlijk het beste plaatsvinden in augus
tus/september, resp. maart/april.
betreft het eventueel aflaten van water van de noor
delijke deltawateren naar het Zeeuwse Meer, ter ver
laging van hoge standen op de noordelijke deltawateren,
kan het volgende worden opgemerkt. Uit het betreffende
onderzoek is gebleken dat, uitgaande van een storm
vloedstand te Hoek van Holland die op 1 februari 1953 is
voorgekomen (N.A.P. 3,85 m), een Rijnafvoer van 9700 m3/sec,
een peil van het Zeeuwse Meer van N.A.P. en een niet
afgesloten Oude Maas, het verlagend effect van het aflaten
van water op het Zeeuwse Meer, via een stroomsluis in de
Volkerakdam met een totale opening van 500 m2, te Dord
recht slechts 5 cm bedraagt. Een verdubbeling van deze reeds
grote afmetingen van de stroomsluis leidt bij dezelfde ex
treme omstandigheden tot een verlaging van slechts 10 cm.
De verlaging van de waterstanden op het Haringvlietbekken,
die overigens in vergelijking met de reeds voorgekomen wa
terstanden niet uitzonderlijk hoog zijn, bedraagt meer, name
lijk 30 respectievelijk 60 cm. Over het geheel genomen is het
effect van het aflaten van water naar het Zeeuwse Meer, op
de plaatsen waar dit van belang zou kunnen zijn, zoals in
Dordrecht, gering, zodat het de vraag is of het verantwoord
is hiermee te rekenen. Voor een definitief antwoord op deze
vraag is de uiteindelijke inrichting van het noordelijk delta
bekken in sterke mate mede bepalend; beschouwingen hier
over vallen echter buiten het kader van deze voordracht.
T ENSLOTTE dient te worden nagegaan tot welk resul
taat het vorenstaande in de praktijk leidt. Speciaal
de waterkwaliteit verdient de aandacht. Als graadmeter
hiervoor zal bij deze in een zilte omgeving gelegen
zoetwaterbekkens voorshands het zoutgehalte worden gebruikt.
Daartoe zijn de deltabekkens in een aantal vakken verdeeld
en is de in elk vak optredende situatie berekend voor elke
maand van een gemiddeld, een nat en een droog jaar. Voor
het droge jaar is gerekend met de hydro-meteorologische om
standigheden zoals in 1959 zijn voorgekomen, voor het natte
jaar is gerekend met rivierafvoeren met een onderschrijdings-
frequentie van 90 en overigens met gemiddelde hydro-
meteorologische omstandigheden. De bedoeling is binnenkort
over te gaan tot het doorrekenen van langjarige series op
een computer. Voor de maximale inlaatcapaciteit bij de
Volkerakdam is voorshands aangehouden 300 m3/sec als ge-
119