Zal dit een vertrouwd
beeld worden?
Bij deze doorspoeling zou men moeten nastreven,
dat zo min mogelijk verzilt doorspoelwater weer
op het Zeeuwse Meer terecht komt. Zo ware bij
voorkeur te lozen op zee of op de Westerschelde
waar dit mogelijk is.
De glastuinbouw verbruikt in het groeiseizoen 4 a
6 mm water per etmaal, de bollenteelt en de volle-
grondstuinbouw 3 mm/etm. en de fruitteelt 1 mm/
etm. Brengt men nu de prognose voor de tuinbouw-
ontwikkeling in relatie tot de waterbehoefte daar
van, dan blijkt op grond van de gegeven cijfers
in het groeiseizoen een behoefte te bestaan van
rond 1 miljoen m3/etm. aan suppletiewater.
Daar de kwaliteit en de kwantiteit van het rivier
water voor directe inlaat in de poldergebieden in
het groeiseizoen vaak onvoldoende zijn, zal het
water in tijden van hoge rivierafvoeren (het vroege
voorjaar) zo mogelijk moeten worden opgeslagen
om dan in het groeiseizoen te kunnen worden ge
bruikt voor doorspoeling en suppletie.
In een droge zomer is op deze wijze gedurende
het groeiseizoen van 100 dagen in totaal 300 mil
joen m3 water nodig.
[\|EEMT men in gedachte dat in het Zuidhollands
glasdistrict jaarlijks voor meer dan 100 mil
joen wordt geïnvesteerd en dat de gezamen
lijke activa van de tuinbouw in 1962 in dit district
geschat werden op 1 miljard gulden, dan is dui
delijk welke economische belangen gemoeid zijn
met een gezonde en krachtige tuinbouwontwikke-
ling, óók in zuid-west Nederland en dus ook rond
om de Oosterschelde.
Gelet op de waterbehoefte en de bergingsmogelijk
heden in het Grevelingenbekken, het Veerse Meer
en het Zeeuwse Meer zou om de gedachten te
bepalen kunnen worden uitgegaan van peil-
variatie ten behoeve van land- en tuinbouw op
het Zeeuwse Meer van 1 m. De maatregelen van
toevoer, beheer en de noodzakelijke kunstwerken
in het algemeen dus het waterregime en de
daarvoor noodzakelijke werken liggen zoals
reeds eerder gesteld buiten het bestek van mijn
bijdrage en mijn verantwoordelijkheid. Een een
voudige zaak is het evenwel niet. Veel studie zal
nog nodig zijn om het beoogde doel te bereiken.
SAMENVATTING EN CONCLUSIES
1. De Deltawerken, met daaraan verbon
den een doeltreffend zoetwaterregime
alsmede de daarvoor benodigde voor
zieningen, zijn van essentieel belang
voor de ontwikkeling van de tuinbouw
in zuid-west Nederland.
2. De behoefte van land- en tuinbouw in
het Deltagebied aan zoet water
is
jge
hoofdzakelijk gebaseerd op een toe
komstig potentieel tuinbouwgebied van
rond 100.000 ha. Hiervan zal in het
groeiseizoen concreet ongeveer 50.000
128