er 225 kilometer Oosterscheldedijk is op een to taal van 700 kilometer waterkering. B. BIJKOMENDE WERKEN EN VOOR DELEN 1 en 5. Landaanwinning Verondersteld is dat de kosten van landaanwinning gelijk zijn aan de waarde van de gewonnen goede landbouwgronden, te weten 12.500,per ha. In de Oosterschelde is weinig landbouwgrond te winnen. Het Reimerswaalplan wordt immers zee havengebied. Bij Tinbergen was 10.000 ha ge schikt voor inpoldering. Voor het Reimerswaal- en het Grevelingenproject (het laatste voor de re creatie) wordt 6.000 ha afgetrokken. Het maakt voor deze post geen verschil of de Oosterschelde wel of niet wordt afgesloten. 2. Voorzieningen waterhuishouding Voor post I bedragen deze bij Tinbergen 75, per ha per jaar. Zij zijn nu gesteld op 120, Dat is voor 50.000 ha tuinbouwgrond (zie post 6) 6 miljoen of gekapitaliseerd 100 miljoen aan infrastructurele investeringen. Voor 170.000 ha land bouwgrond (zie het artikel van ir. Corver) is geen bedrag opgenomen, evenmin als onder de cor responderende post voordelen (B.6). Verondersteld is dat de kosten en de baten in evenwicht zijn, dat er dus geen netto-voordeel is. Met een open Oosterschelde (II) is het zoetwater- bekken ruim 35% van het totale Deltameer (22.400 van 60.000 ha). De kosten zijn daarom onder 2.11 gesteld op 35 van die onder 2.1. 3. Wegen en bruggen In beide gevallen (I en II) zijn de investeringen in de Zeelandbrug, de Haringvlietbrug, de Benelux- tunnel en de nieuwe tunnel onder de Oude Maas opgenomen. Verder de aansluitende wegen, een extra dam over de Grevelingen en een extra brug over het Haringvliet. Wij werken bij de verkeers- prognose voor omstreeks 1980 immers onder „idea le" verkeersomstandigheden. De Rotterdamse ruit 3 Renteverliezen, schade, onvoorzien Het renteverlies voor post I is 6% over de helft van 2060 miljoen, omdat het eindbedrag gelei delijk oploopt. Dit is 62 miljoen. Bij Tinbergen bedroeg deze post zonder renteverlies 135 mil joen, hetgeen thans 30% hoger zal zijn of 156 miljoen. Het totaal is afgerond op 220 miljoen. Voor post II moeten wij hiervan een bedrag voor de visserijcultures aftrekken, omdat dan de Oos terschelde openblijft (voorts is het renteverlies dan 4 miljoen lager). De oesterschade is echter in beginsel vergoed. Vele kwekers bedrijven andere activiteiten, zoals champignons kweken. Werke lijke afsluiting van de Oosterschelde maakt voor deze post aanmerkelijk minder uit dan uit de vroegere produktiecijfers zou blijken. In feite zou men alleen de ondernemerswinst (niet het loon) van de huidige kwekers moeten nemen. De waardevermindering van onroerende goederen en schepen voor de mosselproduktie is gesteld op 3 miljoen. Voor het bedrijfsrendement van de mosselproduktie nemen wij een gemiddelde jaar lijkse produktie van 300.000 mosselton met als netto-rendement 2,per ton (dus nogmaals: na aftrek van gewaardeerde lonen en rente; we doen dit bij de recreatie ook). Dit is 600.000,per jaar of 10 miljoen gekapitaliseerd. Voor ver plaatsing van de mosselconservenindustrieën ne men wij 3 miljoen, voor de compensatie van de gemeenschappen (dorp Yerseke enz.) 2 miljoen. Tot nu toe komen wij op 18 miljoen. Voor de inrichting van een verwaterplaats (in 1958 5 a 6 miljoen), de overblijvende oesterschade en de wegvallende kust- en andere visserij ronden wij dit bedrag af op 36 miljoen. Met de post minder renteverlies bij niet-afsluiting komen wij op een bedrag van 40 miljoen dat wij besparen op de afsluitingskosten (post A.3.1). 4. Vermindering onderhoudskosten Bij Tinbergen beloopt post I 85 miljoen. Een ver meerdering met 30% geeft 110 miljoen. Voor post II ligt het ongeveer een derde lager, omdat 138

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 66