opgeheven) veerdiensten, namelijk voor ruim 1 mil joen auto's (bij Tinbergen was dit 1'/2 miljoen). Er ontstaat dus een eindbedrag van 31,9 miljoen. Dit wordt voor de verkeersgroei verdrievoudigd en gekapitaliseerd en levert een eindbedrag op van 1.600 miljoen. Voor de Oosterscheldedam is geen verkeerswaarde opgenomen. 8. Private netto-voordelen recreatie Er is voor de posten I en II een berekening ge maakt van 5 miljoen overnachtingen en 8 miljoen dagrecreatiedagen (in 1966 had Zeeland ruim 4 miljoen overnachtingen). Deze leveren bruto 65 miljoen en 25 miljoen of 90,miljoen op. Hiervan mag niet het ondernemers- en arbeids loon worden genomen, omdat dit een waarde is die elders ook kan worden gerealiseerd. Genomen is ruim 15% voor ondernemerswinst en betere be zetting van de bestaande produktiekrachten, of ongeveer 15 miljoen per jaar. Gekapitaliseerd: f 250 miljoen. Voor de afgesloten Oosterschelde is geen recreatiewaarde opgenomen. 9. Openbare voorzieningen, zoetwatervisserij, on voorzien I. Bij Tinbergen 40 miljoen, plus 30% geeft 50 miljoen. II. Idem 10 miljoen, plus 30%. Afgerond op 15 miljoen. Handhaving van de mosselcultures is onder A.3.II (zie A.3.1) ondergebracht. 10. Voordeliger uitvoering Reimerswaalplan Voor post I op een totaal investering van 250 miljoen geschat op 50 miljoen. Bij de samenstelling van de balans werd veel medewerking ondervonden van de heren drs. E. F. Scholte Ubing en W. Metselaar van de Rijkswaterstaat en van de heren drs. C. de Schipper en drs. S. P. van der Zee beiden econoom bij het Economisch Technologisch Instituut voor Zeeland. De auteur is verantwoordelijk voor de balans. 2) Steeds, ook op het congres, wordt hiermee een stukje demagogie bedreven. Deze voetnoot heeft de bedoeling twee maal op de noodzaak van ontmythologisering te wijzen. Op het congres heb ik dit driemaal gedaan, zonder dat het hielp. Zie hiervoor de in dit tijdschrift opgenomen persreacties. 140

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 68