De structurele opbouw van hef Zeeuwse landschap Afsluiting van de Oosterschelde Een prognose te maken van de te verwachten situatie is een hachelijke zaak. Zelfs valt er nog weinig te zeggen op grond van ervaringen, welke bij afsluiting van het Veerse Gat en Zandkreek zijn opgedaan. a. Door het wegvallen van getijdestromingen ver valt rytmische stabiliteit; b. Door de willekeurige peilvariaties rondom het constante streefpeil van N.A.P. tussen 0,50 m N.A.P. en 0,70 m N.A.P. ontstaat een totaal onrytmische instabiliteit. In deze oevergebieden zullen zich slechts bepaalde, aan deze instabiliteit aangepaste plant- en dier soorten kunnen vestigen. Door het ontbreken van de dagelijks weerkerende overspoeling zullen deze terreinen in oppervlakte en als voedselbron slechts een fractie van de huidige betekenis voor watervogels behouden. Deze consequentie is des te ernstiger als blijkt dat de Westerschelde geen compensatie kan bieden, doordat daar waarschijnlijk reeds maximale vogeldichtheden zijn bereikt en bovendien geen zekerheid bestaat, dat de buitendijkse terreinen niet voor andere doeleinden zullen worden be stemd. c. Van de aanwezige water-organismen zullen slechts enkele soorten zich in het mesohaliene milieu kunnen handhaven. Er zullen zich nieuwe soorten van elders vestigen. De soortenrijkdom evenwel zal aanzienlijk terugvallen. In het Veerse Meer b.v. is het phyto-plankton thans reeds tot de helft, het zooplankton tot V3 van het aantal soorten gedaald. Bij verdergaande verzoeting en eutrophiëring zullen bepaalde nieuwgevestigde organismen in grote aantallen kunnen optreden. d. In de diepe geulen zullen zich stratificatie-ver schijnselen kunnen voordoen. e. Er zullen erosie-verschijnselen optreden (afkal ving, verstuiving). f. Er treden explosieve vegetatie-ontwikkelingen op in een snelle successie, in samenhang met verdroging en uitputting van voedselreserves. Op dergelijke uit hun evenwicht gebrachte be groeiingen in het Veerse Meer ontwikkelden zich schimmels, sommige van endemische en parasitaire aard. g. De zoute inlagen zullen verzoeten. Kluten en sterns zullen voor weidevogels plaats maken. De biologische en ekologische basis wordt der- Halve door de revolutionaire ingreep van de af damming blijvend versmald, als gevolg van de scheiding van de voor-delta. Men zou het bovenstaande kunnen samenvatten als storingsverschijnselen, die het landschap door een nulpunt leiden tot erosie toe. Stabilisatie van het milieu zal het eerst plaats kunnen vinden door het kunstmatig opbouwen van nieuwe externe regulatie-mechanismen, zoals oever verdediging, vastlegging van zand door mecha nische middelen, door gras-inzaai of door bos aanleg. Voorts zal ontzilting van diepe putten door middel van bellenschermen noodzakelijk kunnen zijn en zal aan de zuivering van de effluenten van het vaste land grote aandacht gegeven moeten worden. Werkelijk evenwicht op deze versmalde basis kan eerst optreden, indien in de natuur door middel van een hernieuwde structurele differentiatie ook intern regulerende processen op gang kunnen ko men. Over de hiervoor benodigde tijd is weinig te zeggen. Conclusies a. Instandhouden van de natuurlijke rijk dom van Zeeland is een noodzaak voor een gezonde maatschappelijke ontwik keling. b. De mens kan hier in evolutionele zin, dus ook zonder afsluiting, in grote vrij heid aan werken. Hij is niet meer natuur- gebonden, maar natuur-bewust. 147

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 75