w IE de Oosterschelde, deze mooiste en meest-ge- varieerde zeearm van ons land, in één adem noemt met de recreatie, zal vóór alles aan het water en zijn oevers denken. Dus aan de vormen van ontspanning, die daarmee verband houden. Ik noem dan in de eerste plaats de watersport en daarvan vooral het zeilen en het motorbootvaren. Verder moet ik de oever-recreatie noemen: spelen en luieren langs de kant, baden en zwemmen. Dan het sportvissen, dat hier steeds belangrijker wordt en de duiksport. In deze provincie heeft het woord „recreatie" een haast magische klank gekregen. Niet alleen de gemeentes zijn er mee behept, evenzeer de pro vinciale en rijksoverheid. En terecht! Want wat nog niet zo lang geleden als een „franje" werd be schouwd, wordt nu gezien als een belangrijk facet van het kristal van onze samenleving. Die belangstelling voor de ontspanning heeft twee kanten: een sociale en een materialistische kant. De sociale benadering denkt aan het verschaffen van ontspanning, noodzakelijk voor de eigen be volking, maar die ook ten goede moet kunnen komen aan bevolkingsgroepen, vooral stedelijke, uit andere gewesten. Daarbij moet men ruim-den- kende niet bij de landsgrenzen blijven staan. De materialistische beschouwing van de recreatie doet dit zeker niet, want hierbij gaat het om de inkom sten. Hierbij zien wij behalve de werkgelegenheid, die uit de recreatie voortvloeit, vooral de commer cialisering naar voren komen. Het verschaffen van recreatie als bedrijf. Het zijn waarlijk niet alleen zakenlieden, die dit beogen, ook de overheid doet hier aan mee met het oogmerk de welvaart te dienen. Dit loflijke streven herbergt echter een conflict-mogelijkheid, omdat de overheid tevens de taak heeft de gemeenschap te behoeden voor uit wassen van het particuliere initiatief. Helaas zien wij in dit opzicht tekortkomingen, vooral als wij kijken naar landschappelijk onvoldoende verzorg de kampeer- en caravan-terreinen, zomerhuisjes complexen en dergelijke. Bij het inrichten van nieuwe recreatiegebieden moet dit probleem zeker onder ogen worden gezien. daarvan voldoende bewust zijn, wij moeten er toch van uitgaan, dat voor ontspanning in de vrije natuur een mooi en ongeschonden land schap een eerste voorwaarde is. Het gevoel van welbehagen, het proces van ontspanning en her schepping van de mens, zal zeker beïnvloed wor den door een mooie en rustgevende omgeving. Zeker er zijn ook lieden, die liever tussen frites kramen en ijsco-tenten en langs een drukke ver keersweg vertoeven dan in de vrije natuur en die in het bermtoerisme genoeg voldoening vinden. Ik wil deze groep hier buiten beschouwing laten. Bij een ongeschonden landschap hoort een onge schonden gesteldheid van bodem, water en lucht. Voor de recreatievormen, die van het water af hankelijk zijn, kan het belang van de reinheid van het water, maar ook van de lucht, niet worden overschat! De actieve ontspanningsvorm, waarbij de mens al zal niet iedere recreatie-zoeker zich 151

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 79