de Oosterschelde hebben reeds jachtaccommoda- tie of deze is in uitvoering. Meer jachthavens zou den gewenst zijn Colijnsplaat is een aangewe zen plaats daarvoor en ook Kafs, maar de laatste heeft een andere bestemming gekregen. Wat ook de toekomst van de Oosterschelde moge zijn, dit zal een gebied blijven voor vaartuigen, waaraan hogere eisen gesteld moeten worden, dan die voor onze meren en plassen gebruikelijk zijn. Zelfs moet worden verwacht, dat na afsluiting en gedeeltelijke verzoeting nog hogere eisen ge steld moeten worden, omdat evenals de erva ring is geweest met de verzoete Zuiderzee een golfvorming zal ontstaan, die korter en steiler is dan bij zeewater en die het varen met kleinere jachten bemoeilijkt. Dit zal zwaarder tellen dan het vervallen van het verschijnsel van „wind tegen tij", dat ook een steilere golf veroorzaakt. ~Y_ IJ, die het genot niet kennen van varen op levend water, hebben wel verkondigd, dat het wegvallen van de getijstromingen voor de ple- ziervaart een vooruitgang zou betekenen. Dit is een misvatting! Juist in zo'n uitgebreid gebied als de Oosterschelde is het getij een zegen voor de toervaarder, die van de stroom een gepast gebruik weet te maken. Het blijkt daardoor mogelijk toch ten te maken, die anders ondenkbaar zijn. De regelmatige getijstromen maken de Ooster schelde bovendien tot een heerlijk schoon-water gebied, zoals wij dat in ons land bijna niet meer hebben. Men moet de verrukking van het varen in dit bruisende en schuimende water kennen en ook de tegenstelling met onze vele vervuilde wa teren, om dit ten volle te waarderen! Als wij zien hoe in het Veerse Meer in de luttele jaren na de afsluiting de kwaliteit van het water achteruit is gegaan, slaat mij de schrik om het hart, als ik aan een afgesloten Oosterschelde denk. Ik spreek dan als watersportman, die van hydrobiologie weinig afweet. O OK de oeverrecreatie is afhankelijk van de mate van reinheid van het water, omdat zwem men, baden en spelen in het water er belang rijke functies van zijn. Hiertoe zal overigens bij een vast waterpeil van rond N.A.P. minder ge legenheid vanaf de dijken bestaan dan thans met een bij laag water op verschillende plaatsen meer of minder droogvallende vooroever. Kunstmatige strandjes worden in het getijdewater van thans reeds op enkele plaatsen in stand gehouden. In getijloos water valt de huidige wijze van gebruik hiervan weg en wat er van boven water blijft is gedoemd te vervuilen. Als tot dijkverbetering zou worden besloten, dan kan daarbij tevens rekening worden gehouden met de toegankelijk-making van voor meer oeverrecreatie geschikte of geschikt te maken buitendijkse terreinen. Wat betreft de huidige mogelijkheden van zeewaterzwembassins binnendijks is Zierikzee reeds een goed voorbeeld. Zandplaten, die na afsluiting blijvend droog zou den vallen, kunnen voor oeverontspanning worden ingericht, maar merendeels liggen deze vrij ver uit de vaste wal. Bescherming tegen erosie door verstuiving en afslag zou een eerste maatregel moeten zijn. De verdere geschikt-making voor re creatie is geen eenvoudige zaak. Er is geen slag 154

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 82