het parool n ii i Commen taren "'■'v011 J. gemeen Dogfata ,K." tJT^nun KJJS OP DE ver Debat UNO- erweegl verzoek olieconcer C e koehi orgsaam toegedekt Rusland mictrnm ;{oVBCÉEV EN BEU-O BU \MB\SSAI rnielr 1 ^V'GELING ketnpto. - j "A;»»" SS.Ï'V"V ftflict o ^t§<§ TOPGESP1 Israël sal cis 1 Het congres „De Oosterschelde in de Delta" heeft vele commentaren uitgelokt in de Nederlandse pers. Een samenvatting van deze commentaren wordt hieronder gegeven. Q E kantlijnschrijver van de Provinciale Zeeuwse Courant is van oordeel, dat het congres erin is geslaagd een aantal aspecten van de af sluiting der Oosterschelde gezamenlijk te bespre ken, opdat wellicht nieuwe gezichtspunten op be paalde deelgebieden waarvan niet iedereen kennis draagt naar voren konden komen. Een eerste conclusie is: „De afsluiting geschiedt niet lichtvaardig, hier wordt geen waterbouw zonder meer bedreven, men is zich ervan bewust een ge weldige ingreep te doen in een bestaande even wichtstoestand en men zoekt (met anderen) naar het antwoord, dat door deze uitdaging nodig is geworden." Een tweede conclusie: „Allerlei in zichten over de toekomstige indeling van het Zeeuwse Meer zijn langzamerhand zover gevor derd, dat een discussie in ruimer verband steeds meer gewenst is. Het congres zou men in dit op zicht als een eerste stap kunnen beschouwen, als een uitwisseling van belangrijke „deel"-ervaringen. Aldus gezien lijkt ons voortzetting van dit congres uiteraard op een nader te overwegen wijze zeker gewenst." Na prof. dr. P. Korringa te hebben geciteerd („We moeten er toch van uitgaan, dat afsluiting van de Oosterschelde het meest reëel is"), wordt opgemerkt: „Als professor Korringa een dergelijk standpunt inneemt, is er reden te over aan de vereniging Zevibel te vragen, of zij er niet beter aan doet zich nu eveneens op deze basis van de door prof. Korringa gesignaleerde realiteit te stellen." Tenslotte wordt er met klem bij de tegenstanders van afsluiting (biologen en landschapsbeschermers) op aangedrongen zich be schikbaar te blijven stellen voor discussies en an dere bijdragen over de toekomst van het Zeeuwse Meer. ET Algemeen Handelsblad spreekt zonder meer van „een teleurstellende vertoning". De redac teur wetenschap van dit blad zegt, dat velen in den lande hadden gehoopt, dat het congres de deelnemers in staat zou stellen wetenschappelijk gefundeerde en objectieve voorlichting te krijgen over de vraag, of de Oosterschelde wèl of niet moet worden afgesloten. Dit nu is niet gebeurd: het werd „een aaneenrijging van de bestaande officiële, door Rijkswaterstaat vaardig gehanteer de, maar voor de kritische luisteraar beslist niet altijd overtuigende argumenten. Verontrustend was, dat ondanks de voelbare tegenstand in de zaal tegen bepaalde stellingen van Rijkswaterstaat en andere voorstanders van de afsluiting, geen be hoorlijke tegenargumenten, noch ter zake doende scherpe vragen tegenover de dikwijls onbevredi gende uitspraken werden geplaatst." De conclusie van de scribent in het Handelsblad is, dat niet is aangetoond, dat de Oosterschelde dicht moet en evenmin, dat zij open moet blijven. Aan deze conclusie wordt de wens toegevoegd, dat de op diverse terreinen gespecialiseerde biologen, die nu door verdeeldheid over niet relevante kwesties 163

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 91