Wv j tóf--; *$siSE Fokmerries met veulens op Westenschouwen waarin het regenwater werd opgevangen, zijn op vele plaatsen nog aanwezig al hebben zij hun eigenlijke functie verloren, maar vele putten zijn reeds gedempt. Het beeld van de fladderende, schrokkerige meeu- i wen achter de door paarden getrokken ploeg ziet men weinig meer. De meeuwen zijn er nog, de paardekrachten ook, maar zij worden geleverd door een tractor. Het werk gaat sneller, waardoor ook de meeuwen profiteren van de modernisering van hef landbouwbedrijf of beter van de land bouwonderneming. Niet alleen de stoffering van het landschap heeft door de vervanging van het paard door de tractor aan aantrekkelijkheid verloren, ook het dorps beeld, dat wel niet direct tot het landschap be hoort, is er door veranderd. Enkele tientallen jaren geleden had elk dorp een of meer hoefstallen („strevaljes"), die een markant punt vormden in de dorpsstraat. Het was tevens de plaats waar heel wat dorpsnieuws besproken werd door de wach tende paardeknecht met dorpsbewoners die weinig meer om handen hadden. De hoefsmid, veelal rijksgediplomeerd, zoals op een bordje aan de ge vel was te lezen, was de centrale figuur. Dit is be grijpelijk, omdat hij het eigenlijke werk deed, voor en na schooltijd gadegeslagen door de dorpsjeugd, terwijl een van de bezoekers met het trekken aan de blaasbalg het smidsvuur aanwakkerde. Het was de hoefsmid, die met welluidend ritmisch geha mer het hoefijzer de juiste vorm gaf. Om het ijzer nog beter te passen op de vooraf besneden hoef, werd het hete ijzer op de paardehoef gedrukt en het hoefijzer zonodig bijgesmeed tot dit passend was. Het was handwerk van een vakman. Het leg gen van het hete ijzer op de hoef gaf de penetran te geur van schroeiend hoorn, die als een blauwe rooksliert de dorpsstraat in dwarrelde. Het is een korte onvolledige beschrijving van een dorpsbeeld, waarvan nog maar weinig over is gebleven en dat binnen niet al te lange tijd mogelijk geheel zal verdwijnen. Ook in andere opzichten is het verdwijnen van het paard uit het landschap een verarming. In het vroege voorjaar, in tegenstelling met vroeger, vrij wel geen merries met dartelende veulens in de weide nabij de hofstede. Geen „hengstenboer", gekleed in de ruime blauwe kiel, de wandelstok in de hand, trekt meer in het voorjaar met de mach tige hengst aan een lange lijn van hofstede tot hofstede. Het zou in verband met de drukte op de wegen ook niet meer kunnen. De hengsten, die zijn overgebleven, reizen per auto. Het heeft geen zin over het verleden verder te mijmeren, de tijden zijn veranderd, maar de be langstelling voor het edelste van onze huisdieren, het paard, is bij velen op het platteland en daar buiten gebleven. Dit moge blijken uit de toenemen de belangstelling voor de landelijke ruitersport en voor het kleine paard, de pony. Op menige hofstede kan men een of meer pony's aantreffen, die door kinderen worden bereden. Maar ook in kuddever- band heeft de pony in Zeeland haar intrede ge daan en vormt daardoor een nieuw element in het Zeeuwse landschap. Op de voormalige zandplaat in het Zeeuwse Meer, juist tegenover de stad Veere, de Haringvreter genoemd, grazen enkele tientallen New Forestpony's. Geen wilde of half wilde paar den, integendeel, zij eten lettèrlijk uit de hand. Er dreigt van de belangstellende bezoekers omge keerd voor de pony's zelfs gevaar door onkundig voeren, n.l. iets anders dan brood en suikerklontjes. De kudde pony's op de Haringvreter is een verrij king van dit belangrijke recreatiegebied in wor ding. Hef is de dienst van de Rijksdomeinen, die realisering van dit project, dat door enkele Zeeuwse ponyliefhebbers is opgezet, mogelijk heeft ge maakt, waardoor deze dienst een daadwerkelijke bijdrage heeft geleverd aan de stoffering van een recreatiegebied, dat voor iedereen toegankelijk is. De Haringvreter is niet de enige plaats in Zeeland waar men pony's in kuddeverband kan waarnemen. In de duinpolders, gelegen tussen Haamstede en Renesse, een gebied, dat niet voor het publiek toe gankelijk is, maar van de weg af kan worden bekeken, grazen sinds 1965 een twintigtal merries met één hengst. Paarden in kuddeverband is voor onze provincie en voor zover ons bekend voor ge heel Nederland, uniek. Speciaal in het voorjaar, wanneer de veulens geboren zijn draagt deze kudde in aanzienlijke mate bij aan de stoffering van dit op zichzelf al fraaie natuurgebied. De grond in dit uitgestrekte gebied is voor de uit oefening van het landbouwbedrijf ongeschikt, doch de pony's doen het op deze schrale grond uitste kend. De pony's blijven het gehele jaar buiten, van de aanwezige schuilgelegenheid maken zij geen of uiterst zelden gebruik. Alleen bij zeer slechte weersomstandigheden zoeken zij beschutting in hef terrein tegen wind en regen. De wintervacht is zo dik, dat zij van de koude geen last ondervinden, zij geven aan het lopen in het vrije veld de voor keur boven de beslotenheid van een stal. Bijvoede- ring is in de winter echter wel noodzakelijk. Niet alleen dragen deze paarden bij aan de le vendigheid van het duingebied, doch zij zorgen er tevens voor, dat de natuurlijke vegetatie in stand wordt gehouden en een wilde vegetatie niet de overhand krijgt. In het duingebied van Schouwen heeft Staatsbosbeheer de realisatie van dit project mogelijk gemaakt en daardoor belangrijk bijgedra gen aan de verfraaiing van dit aantrekkelijke na tuurgebied. 218

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 18