Een kijkje in de expositiezaal van het Rijksarchief in Zeeland te Middelburg
Foto C.A.L. Kotvis, Middelbi
ste oorlog in de Pacific): Sprongsgewijze voortdringen
van eiland op eiland en wel naar het Goudland Ier
land (het laatste hebben reeds de Phoeniciërs ge
weten). Een strategie die onder meer werd opgelegd
door het feit dat de boten der Vikings, zoals die uit
vondsten en reconstructie tot ons zijn gekomen, van
uiterst geringe omvang waren en aan menselijk uit
houdingsvermogen gebonden."
Wanneer de vondsten in de burgen naar de mening
van de geleerden, Karolingisch-Byzantijns zijn, dan is
dat naar de tijd gezien volstrekt juist. Maar naar de af
komst gemeten, kan dat evengoed Noormannenkultuur
zijn. Byzantium is namelijk langs twee wegen naar het
Westen gekomen, via Ravenna èn langs de Russische
weg, via Kiev en Scandinavië."
De schrijver verwijst naar de studie over Trelleborg
van Paul Norlund (1948), die constateert ,,that some
very experienced engineers must have been in charge
of Trelleborg construction", en spreekt verder over
,,a harmonious spirit of orderly regularity". Mr. André
de la Porte vervolgt:
,,Het is deze .orderly regularity" die de belangstellen
de beschouwer van de verschillende publicaties op het
gebied van in Nederland aangetroffen burgten, in
het bijzonder opvalt, en die in ieder geval de ge
dachte doet verwerpen dat de bevolking zelve deze
burgten zou hebben gebouwd tegen aanvallen van
buiten.
Ik moge verwijzen naar de boven vermelde Mede-
deelingen" van Braat over Burgh op Schouwen; naar
de uitgave van Forum, 5e jaargang no. 11 nov. 1950
over Middelburg; ten aanzien van Oost Souburg,
Bodemkartering van Walcheren, Staatsdrukkerij Den
Haag 1952.
Er moet een vast leidinggevend beginsel tot de bouw
aanwezig zijn geweest. Improvisatie van het verschil
lende landvolk is weinig aannemelijk. Buitendien: wan
neer van afweer sprake is geweest, bijvoorbeeld ten
tijde van Karei de Groote, is dat steeds afweer ter zee,
door vlooteenheden. Niettegenstaande de beperkte
meet-middelen die mij ten dienste staan, moet gewezen
worden op het feit dat zelfs de maten van de burghten
wonderlijk precies met elkaar overeen komen, de maat-
eenheid was volgens Norlund, bij uiterst nauwkeurige
opmeting door het Geodetec Institute, een Romeinse
voet van 29.42 cm.
Ik stel me voor dat bij de snelle en uiterst beweeglijke
strategie der Noormannen, het opwerpen van „steun
punten" („egelstellingen", noemden de Duitsers dat in
de laatste oorlog) een soort routine-arbeid was ge
worden, geleid door een „Genie-Officier".
Een arbeid (men vergeve mij de vergelijking) die even
routinematig ging als bijvoorbeeld in onze dagen, een
circus-leiding zorgt voor het telkens weer op een
andere plaats, maar steeds met dezelfde handgrepen,
doen verrijzen van circustent en stallen, onder steeds
wisselende plaatselijke omstandigheden."
Aan het slot van zijn brief wordt gewezen op de
overeenkomst tussen het grafveld bij Trelleborg en
dat is aangetroffen op de binnenplaats van het Slot
Haamstede èn op de door Braat gevonden scherven te
Oudh. Med. Rijksmuseum van oudheden Leiden, N.R. XXXV
(1954)
222