G U IAMA ONT.KZHUÏSKAAIÏT VAN NAAR DE KAART VAN STIELERS HANDATLAS i'ii mei raadpleging der kaai'(<*ii van Sir Robert Schomburgk. mru wsti'lrf tloor' P. M KTSCUKK. 1887. A Re/tuut y/WyrW tmxf/tm finy/,i»d m l'tvu-atrJn iL frtmA-tyfr m Hmniii, - .Vnirrlruul rst Xr,,„J„yk t'lnnl.r tfirv nisti "amjit yntutr tnn-r /tirimit vrrvnt/rmtrJtlr .tHWr Ptl'M Tmr i De Wilde Kust Fofo J. P. B. Zuurdeeg verdediging van het fort Willoughby was miserabel. Van de eenentwintig kanonnen stonden er negen niet op de affuiten, waardoor zij onbruikbaar waren. Voor een achttienponder had men geen geschikte kogels. De totale voorraad buskruit be droeg slechts vier vaten. De grootste ramp voor de Engelsen was evenwel nog wel dat de wallen niet de vereiste hoogte hadden om een bombar dement goed te doorstaan. Verwonderlijk is het daarom niet dat William Byam korte tijd, nadat Crijnssen zijn drie fregatten en het jacht Prins te Paard zondagochtend 27 februari 1667 in alle vroegfe naar een plaats tot vlak onder de wallen gedirigeerd had en onder dekking van het geschut van deze schepen een zevenhonderd man een landing had laten uitvoeren, de witte vlag liet hijsen. Dit alles neemt echter niet weg dat er sprake is van een belangrijk wapenfeit. Het strijdtoneel was om te beginnen heel wat groter dan Suriname. Essequebo en Pomeroon moest Crijnssen ook aandoen. Verder zal hij slag leveren bij de Britse Antillen en zal hij de Engelsen zelfs tot in Virginië aanvallen. Over het geheel genomen was nu de Engelse strijdmacht in dit ge bied heel wat sterker dan het eskader van de Zeeuw. De Britse schepen lagen echter verspreid. Door middel van snelle acties profiteerde Crijnssen van deze omstandigheid. Tevens buit hij het feit uit dat de Engelsen zich niet konden voorstellen dat een I i 11 i putvloot je zich zou wagen in die rivier mondingen en die zeeën, die de Engelsen be schouwden als het hol van de leeuw. De onder neming was een waagstuk. Toegegeven moet wor den dat de Franse bondgenoot soms voor een toestand van evenwicht kon zorgen. In de zeeslag bij Nevis had Crijnssen de steun van lieutenant- général De La Barre. Maar de Fransen gedroegen zich ook hier „wijvelijck" ter zee. In feite had men niet zoveel aan deze bondgenoot. Vanuit militair oogpunt bezien was de onderneming een succes. Het doel van de onderneming was uiteraard de Engelsen te dwingen zo snel mogelijk vrede te sluiten. Om dit te bereiken diende men volgens Pieter de Huybert, de geestelijke vader van de expeditie van Crynssen, de Engelsen de „smerte" van de oorlog te laten voelen en hun handel te ruïneren. Men kan zeggen dat Crijnssen hierin geslaagd is. Suriname was een rijke kolonie. Verder liet Crijnssen nog verschillende schepen buitmaken die Willoughby wilden aandoen. Groot waren echter ook de Engelse verliezen in Virginië. In de monding van de James-rivier vielen hem maar liefst negentien Britse koopvaarders in handen. In een periode van nog geen half jaar (21 juni 1667 aan vaardde hij de thuisreis) had Crijnssen bewezen dat ook in De West de oorlog voor Engeland niet zo voordelig was als men daar gedacht had. Van 205

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 5