Afb. 3. Fragment van een terra sigillata-kom met opschrift
INTERCED NOLI VIAT; fabrikaat uit Trier; datering: laat 2de-
begin 3de eeuw na Chr., Gemeentelijk museum, Aardenburg.
grafveld hebben bereikt, dat zich dan vrijwel aan
de grens van de Romeinse nederzetting moet heb
ben bevonden, want nog geen 60 m verder west
waarts wordt de Romeinse cultuurlaag onderbroken
of liever begrensd door een voormalig riviertje dat
daar reeds in pré-historische tijden stroomde. Voor
de komende jaren zien we nu met spanning uit
naar het onderzoek van een aan de opgraving van
1967 grenzend perceel, waarvoor de Belgische
eigenaar, de heer Lust uit Nieuwpoort, reeds zijn
welwillende toestemming heeft gegeven.
Behalve ten zuiden van de St.-Bavo is er in 1967
ook nog gegraven op het terrein van de Aarden-
burgse gasfabriek. Ook hier weer de onmiskenbare
sporen van verwoeste Romeinse gebouwen: uitge
broken muren, honderden fragmenten van Ro
meinse dakpannen en verwarmingsbuizen (tubili),
grote stukken wandbepleistering enz.
Alvorens onze aandacht in dit jaaroverzicht te richten op
andere Zeeuwse objecten, willen we nog even opmerken dat de
mooie vondsten in Aardenburg niet alleen uit de bodem
plegen te komen, maar soms ook van achter het behang. Wat
te zeggen van deze twee fraaie Haarlemse tegels die bij een
verbouwing van een oud huisje in de Tuimelsteenstraat voor
de dag kwamen?
Afb. 4. Haarlemse tegels uit de 17de eeuw; Gemeentelijk
museum, Aardenburg.
SLUIS. Op aanwijzing van de heer M. Kegel uit Aardenburg
is in augustus enig bodemonderzoek verricht op een perceel
gescheurd grasland nabij de begraafplaats van Sluis, waar
zeer veel middeleeuws puin en fragmenten van aardewerk naar
boven waren geploegd. Het terrein lag werkelijk bezaaid met
vondsten, zodat we gingen vermoeden dat dit iets te maken
moest hebben met het historisch en bouwkundig zo belang
rijke kasteel van Sluis, dat iets noordelijker heeft gelegen, op
de plaats waar nu nog een ,,kasteelberg" zichtbaar is aan
de rechterkant van de weg van Sluis naar Groede 4). Dit
kasteel werd in 1385 gebouwd door Philips van Bourgondië,
bijgenaamd De Stoute, getrouwd met Magreta (Van Male),
gravin van Vlaanderen. Het Franse rijk bekostigde de bouw
van het kasteel; het overtrof alle vestingwerken aan de
kusten van Frankrijk en Vlaanderen. In 1794 hebben de
Fransen het gebouw zoveel mogelijk verwoest. In 1820 waren
300 arbeiders er maandenlang mee bezig om de steenklomp
af te breken s). De door ons gegraven proefsleuven hebben
geen funderingen aan het daglicht gebracht. Naar de bodem
profielen te oordelen, is een groot deel van het terrein waar
schijnlijk in de tijd van Maurits afgegraven voor het opwerpen
van zijn vestingwallen. In later tijd is het perceel, dat laag
was komen te liggen, weer opgevoerd met puin en afval dat
vermoedelijk onder andere van het kasteel van Sluis af
komstig is. Met onze proefsleuven hebben we enkele grote
afvalputten doorsneden. Een daarvan bleek een met zwaar
eiken scheepshout afgezette mestvaalt of iets van dien aard
te zijn. Het scheepshout bestond uit dikke, van gleuven en
groeven voorziene balken, nu als palen gebruikt, en brede
planken. In de circa 1 meter dikke opvullingslaag van de
rechthoekige, in de grond uitgegraven mestvaalt (afmetingen
2 bij 5 meter) werd een grote hoeveelheid keramiek aan
getroffen uit het einde van de 15de of hef begin van de 16de
eeuw. Het betrof ondermeer fraaie majolica, borden met be
schildering of met graffito-versiering, een in een mannen-
kopje gemodelleerd, groen-geglazuurd vogelfluitje en veel
ander interessant sier- en gebruiksaardewerk. Het merendeel
van de vondsten bestaat uit scherven die voor een belangrijk
gedeelte weer samengevoegd kunnen worden tot vrij volledige
borden, braadpannen, grapen, kannen, vaasjes enz. Het
scheepshout dat uit de 15de eeuw of ouder dateert, is zorg
vuldig geborgen en verpakt om later opgemeten en getekend
te kunnen worden, teneinde mogelijk nog iets meer over de
houtbewerkingstechniek en de scheepsbouw uit die tijd te
weten te komen. Vervolgens zal het eikenhout waarschijnlijk
bestemd worden voor een onderzoek naar de jaarringen 6).
In SLUIS is men verder al geruime tijd bezig de ruïne van de
stadspoort, bekend onder de naam De Steenen Beer, te con
serveren. Niet alleen worden de vervallen muren zo goed
mogelijk hersteld, ook de grachten graaft men weer uit (af-
246