Vogel uit Amerika slachtoffer van Haamsteedse vuurtoren HINDER Ht,£R£B6uT betekent de tijden van zichtbaarheid en gewone druk de verduisteringen. We volstaan verder met de vermelding dat bij slecht zicht overdag, wan neer het mistsein wordt gegeven, het GS licht eveneens wordt ontstoken. Op de terugweg zagen wij wat de Zeemansgids als volgt omschrijft: Walcheren. Over het algemeen laag, voor een groot deel aan de zeezijde bedijkt. Meest kenbare punten vanuit zee: de lichttorens van Westkapelle, de hoge spitse toren van Middel burg, een duin bij Domburg, waarbij ook een hoge spitse kerktoren en een zeer hoge watertoren. Omdat het niet alleen voor Zeeland, doch ook voor Nederland, ja zelfs voor hef vasteland van Europa een uniek geval betreft, bestaat er wellicht aanleiding in dit orgaan melding te maken van het aantreffen van een steltloper uit het midden westen der Ver. Staten en de prairieprovincies van Canada, op hef plein van de vuurtoren op Schou wen, tegen welk obstakel het dier zich verblind door het zwaailicht had doodgevlogen. Dit ge schiedde in de nacht van 8 op 9 mei 1966 bij z.-o. wind, kracht 5; het slachtoffer werd gevonden door de hoofd-kusflichtwachter te Haamstede, R. Saman, die zoals te doen gebruikelijk is on middellijk het Zoölogisch Museum der Universiteit van Amsterdam verwittigde. Blijkens een uitvoerig rapport van deze instelling, verschenen in het tijd schrift der Ned. Ornithologische Unie (1966 afl. 4) „Limosa", betrof het een wijfje van de Grote Franjepoot (Phalaropus tricolor) en het vederkleed is kenmerkend voor deze sexe gedurende het broedseizoen. De Amerikanen kennen de soort onder de naam Wilson's phalarope; zij komt voor op vochtige plaatsen in de Canadese naaldboszone en aan de oevers van kleine bergmeertjes van de Rocky Mountains. Het voornaamste overwinterings- gebied bevindt zich op de pampa's van Argentinië, Peru en Chili, maar nu en dan dwaaft de franje- 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 24