Een belangrijk voordeel van het boek van De Bree is bovendien dat de afbeeldingen in keuze en kwaliteit uitgaan boven de illustraties in de Archieven. Dracht uit het land van Hulst, 1894 kostuum in Zeeland voorkomend in het werk „Zeeuw- sche 'kleederdrachten; herinnering aan het bezoek van Hare Majesteit de Koningin en Hare Majesteit de Koningin-Regentes aan het eiland Walcheren, 21 Au gustus 1894" laat Frederiks de drachten teruggaan tot de kledij der edelvrouwen of het kostuum der adellijke vrouwen in het noorden van Frankrijk. Volkomen on juist weerlegt De Bree, want de oorsprong van de hoerendracht ligt in het burgerkostuum der 17e en vooral der 18e eeuw. Erfdeel Zeeuwse landschap De Contact-Commisie voor Natuur- en Landschaps bescherming en de Stichting het Zeeuwsche Landschap hebben een brochure uitgegeven: De Westerschelde, erfdeel van het Zeeuwse landschap. Dr. ir. I. S. Zonne veld schrijft hierin over het Westerschelde-estuarium als landschapstype, terwijl dr. ir. W. G. Beeftink en drs. W. J. Wolff de natuurwetenschappelijke betekenis van de buitendijkse terreinen in het Westerscheldege- bied behandelen. Het credo wordt samengevat aan het eind van het slothoofdstuk: ,,De overrompelende ont wikkelingen langs de oevers van de Westerschelde dreigen onze laatste zeearm tot een tweede Nieuwe Waterweg te transformeren. De grote betekenis van de industriële bedrijvigheid is onmiskenbaar, maar voor komen moet worden dat volstrekt onvervangbare waar den voorgoed verloren gaan en dat uit een oogpunt van milieubescherming ongewenste toestanden ontstaan. Hier zijn essentiële belangen van geestelijke èn licha melijke volksgezondheid in het geding! Wij zijn realist genoeg om te beseffen dat het Zeeuwse natuurbezit niet integraal kan worden gehandhaafd. Maar dat mag niet leiden tot een nivellering, een ver arming over de gehele lijn: tot een ongebreidelde industriële ontwikkeling langs de Westerschelde buiten de oeverstrook bij Vlissingen-Oost en die tussen Ter- neuzen en Ossenisse. Duidelijk moet worden uitge sproken, dat het complex platen en schorren ten westen van Terneuzen èn het Verdronken Land van Saaftinge onaantastbaar zijn, Het is nu het moment om de beleidslijn uit te zetten voor een harmonische ontwikkeling in de komende decennnia; het is nü het moment zich te bezinnen op de waarde van de Westerschelde als erfdeel van het Zeeuwse landschap. Immers: ,,het ergste wat wij kunnen doen is ons nageslacht een cultuurwoestijn nalaten." De clichés bij deze kroniek werden door de uitgevers wel willend ten gebruike afgestaan. Onze dank hiervoor. Het Verdronken Land van Saaftinge Foto P. Nijhoff

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 29