Periode 1963-1968
Gebied
bevolking
woonhuizen
gemiddelde
won. bezet.
aant.
volt.
won.
slechte
woningen
op
31-12-'67
groei
aant. op
31-12-'67
groei
31-12
'67
daling
1967
daling
Noord-Zeeland
41.769
3,6
13.270
8,8
3,13
4,9
1.595
26
4
Walcheren
86.316
3,8
27.330
10,0
3,11
5,8
3.750
17
4
Bevelanden
72.043
3,5
22.170
8,7
3,20
5,3
2.770
19
4
Zeeuwsch-Vlaanderen
98.346
6,5
30.430
11,2
3,18
4,8
5.175
21
4
Zeeland
298.474
4,6
93.200
9,9
3,16
5,1
13.290
20
5
Industriegemeenten
153.786
8,3
48.160
14,1
3,14
5,4
8.080
16
3
Strandgemeenten
28.113
1,6
8.830
0,3
3,14
1,9
1.160
21
5
Overige gemeenten
116.575
1,4
36.210
7,2
3,19
5,4
4.050
24
5
6 grootste gemeenten
121.975
8,9
38.030
13,9
3,15
4,8
6.465
16
3
10 gem. 4000-7500 inw
49.075
3,3
14.970
10,9
3,20
7,3
2.120
15
2
62 gem. 4000 inw
127.424
1,2
40.200
6,1
3,15
4,6
4.705
24
6
Industriegemeenten
Zierikzee, Sint-Maartensdijk, Tholen, Middelburg,
Vlissingen, Goes, Kapelle, Yerseke, Oostburg,
Terneuzen, Sas van Gent, Axel en Hulst.
Strandgemeenten
Westerschouwen, Wissenkerke, Veere, Domburg,
Westkapelle, Valkenisse, Breskens, Groede,
Nieuwvliet, Cadzand en Retranchement.
6 grootste gemeenten:
Vlissingen, Middelburg, Terneuzen, Goes, Axel
en Zierikzee.
10 gemeenten met 4000-7500 inwoners:
Hulst, Kruiningen, Hontenisse, Sas van Gent,
Yerseke, 's-Heer Arendskerke, Kapelle, Wester
schouwen, Valkenisse en Oostburg.
Opmerking
De bevolkingsaantallen berusten op de voorlopige
opgaven van de gemeentebesturen aan het Col
lege van Gedeputeerde Staten.
De aantallen woonhuizen zijn afgeleid uit het
kwaliteitsonderzoek van omstreeks juli 1967 en
voorafgaande jaren.
Voor de berekening van de gemiddelde woning
bezetting zijn de inwoneraantallen gecorrigeerd
met de geschatte aantallen van bewoners van te
huizen en dergelijke.
Het aantal voltooide woningen berust op gegevens
verkregen van het C.B.S. met een schatting van de
in december 1967 gereed gekomen huizen.
De cijfers spreken grotendeels voor zich zelf. De
regionale spreiding van de bevolkingsgroei en van
de vergroting van het aantal woonhuizen is vrij
regelmatig met een uitschieter naar Zeeuwsch-
Vlaanderen. Daar is de industrialisatie het verst
gevorderd.
De strandgemeenten en de plattelandsgemeenten
blijven duidelijk echter in de groei, hoewel in ver
houding met die groei toch veel huizen zijn bijge
bouwd. Het woningbestand is in die gemeenten in
kwalitatief opzicht meer vooruitgegaan dan in de
grotere gemeenten, terwijl tevens is gebleken, dat
aldaar de grootste aantallen zogenaamde tweede
woningen voorkomen.
Midden 1967 waren de tweede woningen als volgt
gespreid:
Noord-Zeeland 335 stuks
Walcheren 470 stuks
Bevelanden 350 stuks
Zeeuwsch-Vlaanderen 665 stuks
Zeeland 1820 stuks
Industriegemeenten 28 stuks
Strandgemeenten 1018 stuks
Overige gemeenten 774 stuks
6 grootste gemeenten 2 stuks
10 gem. 4000-7500 inwoners 411 stuks
62 gem. 4000 inwoners 1407 stuks
Momenteel worden jaarlijks aan de woningvoor
raad onttrokken ongeveer 1000 huizen waarvan
circa 30% naar de categorie tweede woningen
overgaat en ongeveer 54% als verblijfsmogelijk-
heid verdwijnt.
Ten behoeve van de vervanging van slechte wo>
ningen, van de groeiende bevolking in samenhang
met de toegenomen welvaart en van de nieuwe
bedrijfsvestigingen is de woningproduktie thans
op een goed niveau gekomen. Het zal echter zaak
zijn alle krachten in te spannen om de produktie
op peil te houden.
Daarvoor is onder de huidige prijsverhoudingen
een bedrag nodig van omstreeks 120.000.000,
tot 140.000.000,-—, waarvan circa een kwart door
rijksfinanciering zal kunnen worden gedekt.
Het staat nu vrijwel vast, dat op grond van de
thans lopende woningproduktie tot 1 januari 1970
een bevolkingsgroei van omstreeks 7500 inwoners
kan worden opgevangen. Maar nadien zullen de
gevolgen optreden van het al of niet slagen van
de huidige pogingen om de financiering van
nieuwe produkties geregeld te krijgen.
3