CATALOGUS
BOEKWERKEN,
CATALOGUS
DE LEES-BIBLIQTHttK
il.ISMl.llE AIDEtLlM.
mtswissm
DER
UITMAKENDE
VAN DE
DBS
M.'-.rr iiAPPï-ITOT NUT WAN 'T ALGEMEEN
ST.'.BS-DROEKEWI,
WED. P C, VERBOEFF.
1869.
DEB
EEE8TE AFPEELING.
Godsdienst en Zodokundo.
1 f. Z-k TT, van der Palm, Bijbel voor de Jeugtl24
stukken 23.HO
Is 36 Hetzelfde werlc/i.2 stukken. - 0.00
37 C. A. tt'alj Gescfijfxikandigfi inleiding in al de
boeken des Bijbels. - 1-
43 F. G. Beller, Godsdienstig Bijbelscli Huisboek
v'ooi Christenen, 5 deel en - 5.50
43 P. Schokten, Over bet bestaan van. God. - Ö.SO
44 F. A, Vereeer, Het boek liuth. - 0.30
45 Spreuken, bijeengezameld uit Salomo, enz. - 0.10
46 TC. Tit/r/a en A. M. Moeite, Beschrijving van bet
Godsdienstig en zedelijk karakter van Jezus
Christus. - 0.65
47 I. de Waal, Jezus diepe wijsheid cn menschen-
kennis. - 1.05
4S 3. Heringa EzBe verklaring der Bergrede van
Jezus. - 0.00
49 J. 21. Sous f ralJezus opstanding, de grondzuil
tan het Christelijk geloof. - 2.
50 Tcrnooij Ajicl. Jezus Christus als de Koning
van zijn Kijk. Leerredenen. - 2.
51 Nagelaten leerredenen- 2.
52 De viering van den Dag des Heeren - 1
53 Tafereelon uit het loven van Dienstbaren. - 0.30
Dat de nutsbibliotheek, de volksbibliotheek, het niet in gemakkelijke populariteit zocht, blijkt uit deze eerste bladzij van de cata
logus van 1869
ken van de bibliotheek, die nog tot in verre toekomst
niet nutsbibliotheek maar volksbibliotheek genoemd
wordt.
Zoals vermeld vond de uitlening aanvankelijk in
het raadhuis plaats.
De oudste catalogus, die we van de bibliotheek over
hebben stamt uit 1869, en als we die doorkijken
betwijfelen we wel even of het kroegbezoek door
de nutsbibliotheek wel sterk zal zijn verminderd.
De inhoud doet namelijk zeer gedegen aan: we
treffen een afdeling Godsdienst en Zedekunde
aan, een afdeling Kunsten en Wetenschappen met
veel schoolleerboeken, een afdeling Poezij, die
direct maar begint met Rhijnvis Feith, maar dan
tenslotte ook nog Werken van Onderscheidene
Aard, en daarin komen voor de Volksbode en
romans van Dickens, Van Lennep, Cremer, Beecher
Stowe en meer namen, die het toch begrijpelijk
maken, dat de bibliotheek van het begin af aan
bloeit. In 1840 wordt er zelfs een uitlening van
3000 boeken 's jaars vermeld en in die tijd kan
men zich het permitteren „de meest nalatige
lezers het verder gebruik der bibliotheek te ont
zeggen, een maatregel die zeer gunstig op
de andere lezers schijnt te werken". De enige
klacht die we horen is gebrek aan geld. De jaar
lijkse subsidie van 25,wordt voornamelijk voor
„reparatie" gebruikt, zodat er te weinig nieuwe
boeken worden aangeschaft en er verscheiden
lezers zijn, die alle boeken al uitgelezen hebben.
Schenkingen van departementsleden, die oude
boeken wegdoen, worden dan ook warm op prijs
gesteld. In 1848 wordt er door het departement
een actie ten gunste van de bibliotheek ingezet
en met vreugde vermeldt men dat deze heeft op
geleverd 200 bruikbare boekwerken en 10,75.
Er werd eenmaal per week uitgeleend en een
commissielid nam steeds een maand achtereen de
uitlening waar, de z.g.n. zitbeurt. De nutsbibliotheek
heeft het zijn hele bestaan moeten hebben van
trouwe bibliothecarissen en commissieleden die
jaarin-jaaruit hun vrije tijd ter beschikking stelden
en daardoor a.h.w. vergroeiden met de boeken en,
wat nog belangrijker was, met de lezers van die
boeken. In de eerste tijd vallen wat dit betreft
twee namen op, nl. die van A. A. Naas die van
1822-1848 onafbroken zijn werk op zeer gewaar
deerde wijze deed, en G. Harderie die van 1830-
1851 secretaris-bibliothecaris was. Dit wordt voort
gezet door mensen als A. v. d. Sande (1846-1883 lid)
en daarna J. v. d. Sande, C. A. KaIbfleisch en de
onderwijzer Z. Fr. Op den Zieke en zo gezien
40