Een afwijkend model onder Oostburg (sinds kort verdwenen)
Molenstraat Groede
Scherpbierse weg. Deze woning heeft aan de voor- en aan
de achterkant identieke exemplaren met hoekvullingen
de Achterhoek, ook in de kop van N.-Holland.
Er zijn standaardmodellen bij van verschillende
maat en grootte: in de gietijzerindustrie was het
een algemeen gevoerd artikel.
In het boek van J. H. Kruisinga: „Ornamenten van
Huis en Hof", deel I lezen we: dat de levensboom
niet uitsluitend werd aangebracht in het puiraam.
In de Saksische gebieden van ons land komen ze
ook voor in de geveltop-tekens van boeren
woningen, en ook geeft hij een voorbeeld van
plaatsing als afschutting van de luchtramen in een
melkkelder. Het is waarschijnlijk dat de levensboom
in ons gewest werd geïntroduceerd door immi
granten van boven de Schelde, uiteraard van
protestantse huize. Schrijver dezes was dan ook bij
het begin van zijn onderzoek overtuigd, dat de
aanwezigheid van een levensboom a priori zou
wijzen op protestantse bewoning. Hoe verwonderd
was hij dan ook, deze tekens ook regelmatig aan
te treffen in Noord-Brabant, niet alleen in het
westen (waar ze nog zouden kunnen zijn over
gebleven uit de tijd van een protestantse behui
zing), maar ook in het oosten in woningen waarin
ongetwijfeld altijd katholieken hebben gewoond.
Daarbij is opmerkelijk dat deze levensbomen, voor
zover mij bekend, niet worden aangetroffen in
Zuid-Beveland en ook niet in Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen. Zijn ze daar allang verdwenen, of is er
een andere verklaring van hun afwezigheid?
In ons eigen gewest zijn ze hoofdzakelijk nog
geconcentreerd in het echte Land van Cadzand in
de hiervoor al genoemde driehoek. Dat ze niet
voorkomen in het grensgebied met België zal ver
band houden met her feit dat de bewoners daarvan
hoofdzakelijk uit het buurland afkomstig zijn, waar
de levensboom geheel onbekend schijnt te zijn.
Zij zullen bij hun komst in de 17e en 18e eeuw
weinig genegen zijn geweest om gebruik te maken
van symbolen, die zij met de hervorming moeten
hebben geïdentificeerd.
Hier bij ons zijn deze bovenlichtornamenten bijna
zonder uitzondering wit geschilderd, waardoor ze
in combinatie met het lichtgroen van deuren,
vensterluiken en dakgoten een fris en vrolijk aan
zien aan de huizen geven. Dit in wel frappante
tegenstelling met wat schrijver zag in de omgeving
van Giethoorn, waar in een overigens tamelijk
somber geel geverfde gevel een zwarte levensboom
in het puiraam stond. Het is wel duidelijk dat dit
iets te maken heeft met een somberder levens
gevoel van de bewoners van een dergelijk huis.
Dat het niet altijd de eenvoudige huizen op het
platteland zijn, en dat de aanwezigheid van de
levensboom boven de deur niet altijd afhankelijk
is van welstand in stoffelijke of geestelijke zin van
de bewoners, tonen voorbeelden in Middelburg (in
de welgestelde Singelstraat), in Zierikzee (op de
oude Haven, in een deftige huizenrij) en in Breda
(op een stadserf achter het stadhuis), waar ze
soms heel harmonisch deel uitmaken van statige
frontpartijen in de voorgevel. In dergelijke ge
vallen is de boom als zodanig duidelijker ge-
modeleerd, met een meer natuurgetrouwe stam
Na beëindiging van dit opstel ontdekten we toch drie exem
plaren, namelijk in Hoek, Terneuzen en Spui (Axel).