Zeeuws prentenboek L. W. de Bree M. P. de Bruin Philippine „Op het water kom je wat tegen", verzekert Camiel Rammeloo uit Philippine. Hij heeft zijn leven lang gevaren, met hengst en hoogaars. Gelijk waar in Nederland op de stromen weet hij de weg. Camiel kent de hoofden langs de Walcherse kust, maar ook die tussen Hoek van Holland en Scheve- ningen: hij is daar vaak genoeg op mosselzaad uit geweest. Dat werd dan op de Flauwers, in de Wemeldingse Schaar of bij Bruinisse uitgezet en natuurlijk ook in de Braakman, vlak bij huis. Maar hier verdwenen de mosselbanken de een na de andere, door aanslibbing en verzanding. Rammeloo heeft de stormramp van 11 september 1906 ternauwernood kunnen ontlopen in de be schutting van het sluisje bij Kattendijke, waar even later ook de Arnemuiden 12 en 47 nog een toe vlucht vonden. Een jaar of wat tevoren had Camiel al in de krant gestaan als verdronken: op de Nieuwe Waterweg was hij in een roeiboot overvaren, maar verdrinken nee, dat was er niet bij. Voor Veere is hij half de winter nog eens over boord geslagen en op Wieringen heeft hij in brand gestaan, door een onvoorzichtigheidje met een fles spiritus. „Ja, op het water kom je wat tegen Camiel Rammeloo is nu de tachtig gepasseerd en wanneer het niet te vehement waait fietst hij zo eens naar Assenede, naar Bassevelde of Boekhoute. „De Rammeloo's komen van Boekhoute, zonder uitzondering, maar ze willen het niet allemaal ge weten zijn. En de mosselderij komt óók van Boek houte. Camiel Rammeloo phthppim Markt Bij de boedelscheiding van 1839 werd Boekhoute deel van het Koninkrijk België, terwijl de Boekhout- se haven nog juist Nederlands grondgebied bleef. Het lossen van mosselschepen op deze aanleg plaats werd verboden, een detachement soldaten moest er op toezien dat aan die bepaling de hand werd gehouden. Daardoor kreeg het nabijgelegen Philippine zijn kans. Zoals Gentse textielfabrikanten hun bedrijven na 1839 in Twente vestigden, zo ver huisden de mosselaars van Boekhoute in die tijd naar het dorpje aan de Braakman. Acht jaar later voeren twee hengsten en achttien hoogaarzen, de letters P.l. in het zeil, op de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 16