„Vroeger was het Bergen op Zoom of Breda; te genwoordig, dank zij de auto, ook Rotterdam." In Zierikzee komen de bewoners van Anna Jacoba, aan het veer naar Zijpe, nog wel eens; naar Mid delburg reist niemand zonder noodzaak. Inmiddels is het half een geworden, ieder wil naar huis, „anders worden de aardappels koud." Ook wij gaan aan tafel. De waardin van De Druiventros heeft gezorgd voor een dampende schotel gestoof de mosselen en prachtig boerebrood. In de namiddag slenteren we langs het haventje. De laatste lading zilveruitjes van dit seizoen is juist verzonden naar een inleggerij; nu worden de kisten nog eens grondig schoongecpoten en dan is het voor dit jaar gedaan. Volgende week begint het bietentransport. Waar de uitjes verbouwd worden? Aan de andere kant van de Slaakdam. Op Sint- Philipsland treedt tegenwoordig een schimmel op, de grond is daar „deurjuund". Het gemeentebestuur van Flipland heeft voor de bejaarden een welverzorgde abri neergezet met uitzicht op de havenkade. Binnen hangt een kaart van Zeeland en een thermometer en aan kalen ders geen gebrek. „Da's makkelijk om aan te teke nen wanneer je je ouderdomscenten krijgt." We doen opnieuw navraag naar dominee Boone, die hier zeer gezien was en van wie een grote in vloed op zijn gemeente uitging. „Een eenvoudig man, die 's avonds nog wel eens in het café kwam en een rondje gaf. Een dominee midden tussen zijn mensen." Weer wordt het geloof onderwerp van gesprek en de oudste van het gezelschap zegt: „Ik bin in die dienge erg makkelijk. Al lezene je van de mor gen tot den aevond in de Schrift, 't is maer of ze je boven willen nemen, 't Is volbrocht werk." Eenvoudiger noch duidelijker heb ik de predesti natieleer ooit horen uitleggen. We rijden over de in 1884 aangelegde Slaakdam van Brabant naar Sint-Philipsland. Men had al eerder in de omgeving een dam aangelegd, waar voor A. van Haaften te Sliedrecht in 1853 concessie had gekregen. Doel van deze dam was niet zozeer een goede verbinding met het vasteland te schep pen als wel landaanwinning te bevorderen. Van Haaften heeft in deze omgeving meer polders be dijkt, zoals de gelijknamige polder aan de noord kant van Tholen en de Prins Frederikpolder aan de Brabantse kant. Het duurde vijf jaar eer die dam tot stand kwam, maar in 1860 verkeerde de ver binding in een dergelijk slechte staat dat sluiting voor het verkeer noodzakelijk was. Een jaar later brak de dam op enkele plaatsen door. Later heeft met het project maar opgegeven. We kunnen ons pas goed een voorstelling van de geïsoleerde positie van het kleinste der Zeeuwse eilanden maken als wij de kronieken van Smalle- gange en de Tegenwoordige Staat van Zeeland lezen. In de 17e en 18e eeuw was er van het nieu we dorpje een veer naar de Brabantse wal. Wilde men van Brabant naar het eilandje dan moest men eerst een half uur over de schorren en slikken lopen. Aan het eind van het pad over de schorren had men wel een heel simpel veiligheidssysteem tegen de „verassinge van 't opkomende water". De reizigers vonden daar een paal met dwarshou ten waar ze in konden klimmen als het water te hoog steeg en de veerlieden op zich lieten wachten. Een dergelijk lastige verbinding is niet bepaald geschikt voor een druk verkeer met het vasteland. We spraken van het nieuwe dorpje. In 1645 komt er op het schorrengebied ten noorden van Tholen een nieuwe polder dicht in de buurt van het oude Sint-Philipsland dat verloren ging door de storm vloeden van 1530 en 1532. De bouw van het dorp werd planmatig opgezet, zoals die van meerdere dorpen in de 17e eeuw. In het grondplan weer spiegelt zich de geest der renaissance, al is het niet het gaafste voorbeeld: een Voorstraat uitlo pend op de kerk. In de tweede nelft van de 17e eeuw doet men twee maal een poging een dam naar Tholen aan te leg gen te beginnen ten westen van het dorpje Sint- Philipsland. Ook voor deze dammen gold niet als eerste motief het verkeer. Om het Slaak en het oude Zijpe voor verlanding te behoeden dacht men er goed aan te doen een dam door de Mosselkreek en de Krabbekreek te leggen. Het resultaat was even droevig als de dam van Van Haaften: een complete mislukking. In 1682 wordt in veel dorpen in Zeeland de nood klok geluid. Een stormvloed deed de dijken breken. De Gereformeerde Kerk te Anna Jacobapolder 158

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 10