Meinard Sprenger en zijn Zwartvoet-lndianen-collectie Helene W. van Woelde ren De „Sprenger-collectie" In het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden is de „Sprenger-collectie" een begrip. Het is een ver zameling voorwerpen van Zwartvoet-lndianen, die momenteel grote belangstelling van kenners onder vindt en in studie is genomen in verband met de kennis van de Noord-Amerikaanse prairie-Indianen. Het is vooral drs. Th. J. C. Brasser (een Noord hollander met een zeer Zeeuwse naam!), die zich in dit onderwerp gespecialiseerd heeft. In 1964 organiseerde hij de tentoonstelling „Bisonjager en Bleekgezicht", die duizenden belangstellenden, vol wassenen en kinderen, trok en waarin ook voor werpen van de Sprenger-Zwartvoet-collectie waren opgenomen. Van wetenschappelijke zijde bestaat belangstelling voor de vraag: „wie was Sprenger?" Men zou graag willen, dat er meer documentatie over deze persoon bestond. Wie weet er meer van? Min of meer toevallig woonde ik een bijeenkomst van de Kiva bij. Dat is een Vereniging van India- nenvrienden in Nederland, waar „Sprenger" ter sprake kwam. Grote verrassing, toen bleek, dat hij mijn oud-oom was. Het werd de aanleiding tot dit artikel, waarvoor mevrouw M. Sprenger-Duncan, de nu 91-jarige weduwe, in brieven aanvullende persoonlijke gegevens verschafte en de oude foto's afstond, en waartoe de heer Brasser studiemateriaal over de Zwartvoet-lndianen verschafte. Beiden veel dank voor hun hulp. Ontdekking in Middelburg De heer J. Heijink, die zich nu in Bennebroek ge heel aan de verspreiding van de kennis der India nen wijdt, was in 1964 nog boekhandelaar in Rot terdam, toen hij toevallig de Sprenger-collectie ontdekte. Hij schrijft hierover het volgende in de Kiva van juli-augustus 1964, het contactblad voor Indianen-vrienden in Nederland: „Kleine oorzaken hebben dikwijls, zoals U weet, grote ge volgen! Al neuzende in een antiquariaat in 's-Hertogenbosch kwam mij een catalogus in handen van het Provinciaal Museum in Middelburg en toevallig viel mijn oog op de rubriek: „Voorwerpen der Zwartvoet-lndianen". Daar de catalogus dateerde uit eind 1800 meende ik niet, gezien de oorlogs handelingen op Walcheren, dat er van deze verzameling nog iets over zou zijn. Bij informatie bleek echter, dat de voor werpen zich nog steeds in Middelburg bevonden en bij mijn bezoek kreeg ik ze ook alle te zien. Een aantal moccasins, enige tassen, messcheden, „buffalo skinning knife" zoals het etiket vermeldde, een paar Chippewa-leggings, enz. Na ze bekeken en gefotografeerd te hebben, bedankte ik de museum assistente, mej. A. A. v. d. Poel voor haar welwillendheid, maar, zo vertelde zij mij, „er was nog meer op zolder". Na een klim door het patriciërshuis ging er een kast open en daar kwam een Zwartvoet-collectie uit, die daar vele jaren als Doornroosje had liggen slapen! Mannen-leggins, vrouwen- costuums, stapels moccasins, pijpzakken, grote messcheden, mannenjassen, paardentassen, sneeuwschoenen, paardenzwepen, gordels, knotsen, geweerfoudralen, Zwartvoetpijp, kortom de volledige garderobe van een Zwartvoetgezin Enkele herhaalde bezoeken stelden mij in staat een volledig overzicht te krijgen van deze verzameling, maar hoe kwam die hier in Middelburg terecht en wie had ze bijeengebracht? Enkele oude etiketjes gaven de naam „Sprenger", maar de museumstaf kon mij hiermede niet verder helpen. Na wat speurwerk in Goes kwam ik te weten, dat de weduwe van de oorspronkelijke eigenaar nog leefde en deze mevrouw Sprenger-Duncan was zo vriendelijk mij het een en ander mede te delen over het ontstaan van de collectie." M. J. I. Sprenger 1860-1951 162

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 14