Geep, een Zeeuwse sportvis
tenboordmotoren op visboten gebruikt wordt, kun
nen een waarschuwing zijn. Natuurlijk zal niet
„drie-kwart" van alle havenaccommodatie voor
sportvissers gereserveerd moeten worden, er zijn
ook duizenden toervaarders, zeilers (met hulpmo
tor) en waterskiërs, die in de loop van een zonnige
vakantiedag of vrij week-eind eens gaan vissen. Ze
hebben de hengels aan boord liggen. Feit is echter
wel, dat in de totale ontwikkeling van de water
sport, de varende hengelaars een steeds groter
aandeel gaan nemen. Een voorzichtige raming zal
leren, dat in de toekomst minstens 25 tot 35 percent
van de ligplaatsen beschikbaar moet zijn; dus ge
reserveerd moet worden voor boothengelaars. De
Zeeuwse planologen zullen moeten begrijpen, dat
de sportvishaventjes speciale eisen stellen ten aan
zien van de visstekken, windrichting, stroomgeulen
of vaarroutes. Om een voorbeeld te noemen: het
kustgebied bij Scharendijke en Kamperland, Burg-
sluis, Sint-Annaland en andere plaatsen is uitermate
geschikt als uitvalsbasis voor zeehengelaars of la
tere binnenvissers. Bij de verdeling van vrijkomende
werkhavens of afgesloten vissershavens, zal de hen
gelsport in Nederland een grote vinger in de pap
moeten hebben. Er worden de komende 25 jaar
waarschijnlijk veel meer visbootjes verkocht dan
zeilboten, motorboten en jachten tezamen.
Dijk-barrières
De toekomstige ontwikkeling van de watersport
heeft tot gevolg, dat een percentage van 70,
dat hoe dan ook gaat varen, ook wel eens gaat
vissen. Op een aantal punten langs de kust zullen
dus „veerstoepen", overgangen over de duinen of
andere trailer-hellingen gemaakt moeten worden
om boten in de buurt van goede visgronden, te
water te kunnen laten. Wat deze vaak eenvoudige
accommodatie betreft, is Zeeland en Zuid-Holland
in de delta een volslagen onderontwikkeld gebied.
De laatste jaren hebben werkelijk duizenden sport
vissers en andere booteigenaren teleurgesteld aan
de dijken en duinovergangen gestaan. Geen schijn
van kans om een bootje, tenzij na een hart-attaque
verwekkende inspanning, te water te krijgen. Wat
zou het bijvoorbeeld niet eenvoudig zijn geweest
om langs de nieuwe Veerse Dam bij Kamperland
aansluitend op de brede grasberm een kleine afrit
voor boottrailers naar het Veerse Meer te maken.
Vele honderden sportvissers smeken om een moge
lijkheid ter hoogte van de visrijke Anno Friso-cam-
ping een eenvoudige accommodatie te krijgen hun
bootjes in het water te lieren. Met een paar een
voudige stevige glijbalken zijn in sommige eb- en
vloedhaventjes dergelijke boothellingen te maken.
In enkele jachthavens langs het Veerse Meer zijn
er gelukkig mogelijkheden, maar soms is de toeval
lige passant en dagjesmens er niet eens welkom.
Een gunstige uitzondering vormt de nieuwe jacht
haven van Kamperland, waar deze afrit weer net
iets te smal is gemaakt om de boot-te-water-operatie,
vlot te doen verlopen. In de omgeving van Dom
burg, Westkapelle en Zoutelande en op vele an
dere plaatsen langs de visrijke stroomgeulen, is
grote behoefte aan een dergelijke verharde afrit
naar het strand of schuin omlaag van de dijk. De
behoefte aan die trailer-hellingen (langs de grote
rivieren worden vaak de oude veerstoepen ge
bruikt), wordt steeds groter. Vooral de mobiele
vloot van watersporters, die geen vaste ligplaats
willen of kunnen vinden, wordt steeds groter. Deze
voorzieningen sparen dus ook kostbare jachthaven-
ligplaatsen. Het toenemende week-end-toerisme
kent duizenden watersporters en sportvissers, die
hun bootje voor een dag of week-end even „in en
uit" het water, moeten halen.
Doelmatig
Over het algemeen zijn de Zeeuwse campings doel
matig, maar vrij eenvoudig ingericht. Veel comfort
is er niet. Enkele goede uitzonderingen daargela
ten. Er is gemiddeld per camping veel te weinig ge-
investeerd. Vele duizenden badgasten en week-end-
gangers hebben Zeeland de rug toegekeerd, omdat
ze ontdekt hebben, dat ze voor hetzelfde vakantie
geld in zonniger zuidelijker landen met meer kans
op goed weer, vaak op veel riantere campings of
zomerhuisjes terecht kunnen. Dat de campings, bun
galows en particuliere pensions toch steeds weer
vol komen, is te danken aan de nieuwe stromen
toeristen, die financieel in staat zijn, deze kustge
bieden te bezoeken. In diverse Zeeuwse badplaat
sen is de laatste jaren het gemiddelde maatschap
pelijke milieu van de zomergasten sterk terugge
lopen. Op vele campings hebben de betere „mid-
dengroepers", gegoede burgers en zelfs academisch
geschoolden plaats gemaakt voor de (ongeschoolde)
170