Zeeland omstreeks het jaar 0 O berging, jachtwerven enz. Ook hier derhalve een snelle ontwikkeling. Hoe zal het nu in de komende jaren gaan met de vrijetijdsbesteding, welke veranderingen mag men hier verwachten? Uiteraard is dat moeilijk te voor zien, temeer indien men ziet welke wijzigingen hier, in feite sinds kort, hebben plaatsgevonden. Nog in 1900 werkte ongeveer 70% van de arbeids krachten in fabrieken en werkplaatsen zestig uur in de week (6 dagen a 10 uur per dag). Thans is de werkweek verkort tot ongeveer 45 uur; in Ame rika spreekt men al serieus over de 4-dacgse werk week. Gezien de snelle uitbreiding van de vrije tijd in de laatste jaren lijkt een voortgaande uitbreiding daarvan welhaast vanzelfsprekend. Men verwacht dat de arbeidstijd in de komende jaren zal terug lopen tot ongeveer 30 uur in de week (figuur 2). Prof. Polak zegt over deze toekomstige vrije tijd het volgende: „Steeds minder mensen zullen in het arbeidsproces betrokken zijn en degenen, die nog werken, zullen aanzienlijk korter werken dan nu. Er komt een grote omwenteling in het menselijk bestaan: de vrije tijd wordt van het derde leven van de mens het eerste en er zal een sterke verschuiving komen naar de cultuur en de recreatie." Het is te verwachten, dat deze toeneming van de vrije tijd vooral van invloed zal zijn op de weekend recreatie. Indien men ziet hoe groot de ontwikkeling van het aantal slaapplaatsen in de recreatieve sector was in de afgelopen jaren, dan lijkt een toe neming daarvan tot ongeveer 300.000 in 1985 en tot ca. 450.000 rond de eeuwwisseling niet aan de te hoge kant. Ook hier geldt weer dat de gewoonte, i.e. het vakantiepatroon rond 2000, mogelijk een geheel andere zal zijn dan thans het geval is. In de U.S.A. is een zomervakantie aan de Zuidpool nog enigermate exclusief, misschien is dat rond 2000 ook wel het geval in Nederland. Wat men echter betrekkelijk veilig kan aannemen is, dat het weekend-bezoek, ook als dit zich uit strekt over drie dagen, zich toch in hoofdzaak zal beperken tot de korte afstand. Ook voor de recreatie zal men over veel grond dienen te beschikken. Deze behoefte wordt voor de periode 1968-1985 geraamd op ca. 1500 ha. Indien deze ontwikkelingslijn zich verder voortzet komt men voor 2000 op een raming van ongeveer 3.000 193

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 13