matige locaties kunnen leiden. Zeeland denkt hier bij aan een groot zeekanaal door de Hoekse Waard. Maar men mag zich ook afvragen of het verantwoord is eens het dorp Borssele af te breken. De milieu-verontreiniging is een ander punt. Zij vraagt om het scheppen van middengrote com plexen, zelfs al zou dit bedrijfseconomisch wat duurder uitvallen. Hiermee samen hangt het regio nale subsidiebeleid, dat in redelijke omvang tot de resultaten moet staan, een tijdelijk karakter moet dragen en geen kunstmatige mededinging dient te bevorderen. Het ziet er niet naar uit dat binnen de planolo gische concepties in de Zeeuwse zeehavens een vestiging onder een veto zal vallen. De milieu verontreiniging speelt hierin nauwelijks een rol, nu de nieuwe wetgeving deze gaat regelen en de ondernemers er steeds minder voor voelen hun eigen nest te bevuilen. Het resultaat zal derhalve zijn dat het eenmaal planologisch aangewezen areaal wordt uitgegeven in een tempo dat door de industrie zelf zal worden bepaald. In 1980 of 1990 of wanneer dan ook zal het huis zijn uitverkocht. Zeeland zal dan niet de houding van Rotterdam moeten overnemen a tort et a travers tot verdubbeling van het areaal over te gaan, hoezeer de nationale economie daar dan ook mee gediend zal zijn. Trouwens hoe zullen over enige decennia de technologische structuur wijzigingen zich in het ruimtegebruik manifesteren? Het is, volgens onze benadering, waarschijnlijk, dat er een tekort aan zeehaventerreinen zal ont staan. Het noorden met zijn toekomstige Eems- haven, Den Helder en Zuid-Limburg moeten een grotere inbreng hebben. Zij bieden uitstekende vooruitzichten op de inrichting van gespecialiseerde en zwaar-industriële middengrote complexen. Binnen korte tijd kan Zeeland in een nieuwe fase van ontwikkeling komen. Dit vereist een aanpas sing van instrumentarium en visie. Mogen de Zeeuwse planologen hiertoe hun bijdrage leveren. De economen die meer dan eens een contrair standpunt hebben ingenomen, zullen steeds meer aan hun zijde komen te staan. 200

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 20