Vluchtberg te Coudorpe foto R.O.B. De eerste kolom geeft een overzicht van alle bin nen de gemeentegrenzen aanwezige monumenten. Oók zijn hierin de niet voor wettelijke bescherming in aanmerking komende objecten, waaraan even eens een zij het in mindere mate weten schappelijke betekenis moet worden toegekend, vermeld. In kolom 2 is aangegeven welke van de betreffende monumenten heeft voldaan aan de voor wettelijke bescherming gestelde criteria, met andere woorden of het is/wordt voorgesteld voor plaatsing op de monumentenlijst. Of een aantal van laatstgenoemde categorie mo numenten mede uit overwegingen van cultuurhisto risch belang op de lijst wordt geplaatst kan worden afgelezen in kolom 3. Zij zijn het die met recht de benaming cultuurmonument verdienen in het streek-, structuur- en bestemmingsplan. Vaak zien we dat de aanwezigheid van de zichtbare elementen van dit type monumenten, zoals een ringweg, gracht, wallensysteem of heuvel, in het verleden als na tuurlijke gegevens geaccepteerd zijn. Dit had tot gevolg dat de ontwikkelingen ter plaatse geënt werden op de structuur van deze monumenten, vgl. de ring van Oost-Souburg, de ring te Burgh bij Haamstede, de vluchtberg te Wemeldinge. Heden ten dage vormen dergelijke elementen ech ter geen belemmering meer voor het moderne machinepark waarmee nieuwe rationele structuren aan het land worden opgelegd. De ruilverkaveling weerspiegelde deze activiteit tot voor enkele jaren. Met nadruk dient te worden opgemerkt dat het zichtbare monument in vele gevallen onlosmakelijk verbonden is met de omgeving het milieu waarin het gelegen is en hieraan vaak zijn karakter als monument ontleent. De drie voorbeelden, Boudewijnskerke, Coudorpe en Biggekerke, geven de betekenis van het milieu uitstekend weer en maken tevens duidelijk dat voor het maken van plannen in een ruimte waarin dit type monument een vluchtberg ligt uit een drietal alternatieven gekozen kan worden: a. het intact laten van de bestaande natuurlijke omgeving, b. het herstellen van de oorspronkelijke natuurlijke omgeving, c. het zoeken naar een aanvaardbare synthese in de ontmoeting heden-verleden. Slaagt men er niet in één van deze mogelijkheden te realiseren en daardoor het monument functioneel te integreren in het nieuwe plan, dan treedt vroeg of laat het conflict van de omgeving in de open heid en wordt het object als „dwarsligger" ervaren. Zo treft men in het centrum van het dorp Bigge kerke een vluchtberg aan, die gelegen achter de plaatselijke bebouwing dienstbaar wordt ge maakt aan de voedselvoorziening. Deze situatie heeft zich hier in de loop der tijd ontwikkeld en wordt bij eerste aanblik gekarakteriseerd als hope loos. Gezegd moet worden dat het een allerminst eenvoudig probleem betreft, doch dat een capabel stedebouwkundige, eventueel in samenwerking met een landschapsarchitect, op deze uitdaging zeker een positief antwoord zal weten te vinden. Het ver talen van deze oplossing in planologische maat regelen is dan uiteindelijk een technische kwestie. Dat een en ander niet ten koste mag gaan van de eigenaar/gebruiker is duidelijk. Een investering van overheidsgelden en/of van particuliere fondsen ver dient hier, evenals met betrekking tot vele andere Zeeuwse vluchtbergen, aanbeveling. In de gemeente Driewegen bevindt zich, nabij de plaats van het verdwenen dorp Coudorpe, een vluchtberg, waarvan in het recente verleden elk jaar met het keren van de ploeg een stukje ge schiedenis werd meegenomen. De berg die in oorsprong waarschijnlijk uit de 11e of 12e eeuw dateert en vermoedelijk in de 13e eeuw is opge hoogd om een primitief militair verdedigingswerk te dragen is gespaard in de herverkaveling en ligt in het zogenaamde Oudland, dit is het polder land dat tot de vroegst bedijkte gedeelten van Zeeland behoort. De planologie kan deze en andere vluchtbergen in bescherming nemen door, in aanvulling op de bepalingen van de Monumen- 205

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 25