Ronde burcht met
gerestaureerde huis
plattegronden te
Fyrkat (Denemarken)
foto R.O.B.
De R.O.B. tracht op uniforme wijze de haar be
schikbare kennis omtrent aard en ligging van
monumenten door te geven aan die personen, in
stellingen en diensten, welke direct betrokken zijn
bij het maken en/of beoordelen van de reeds elders
genoemde streek-, structuur-, bestemmings-, ruiI-
verkavelings-, recreatie- en wegenplannen. Hiertoe
wordt de zogenaamde archeologische meldings- of
inventarisatiekaart op schaal 1 25.000 verstrekt
aan de onderscheidenlijke Provinciale Planologische
Diensten (P.P.D.) en aan de provinciale directies
van het Staatsbosbeheer (S.B.B.). Deze overhandi
ging heeft plaatsgevonden in de provincies:
Noord-Holland
Utrecht:
Zeeland
Noord-Brabant:
Gelderland
P.P.D.
P.P.D.
P.P.D.
P.P.D.
P.P.D.
27 januari 1966
27 april 1966
28 maart 1967
10 april 1967
3 april 1968
met de R.O.B. De Rijksdienst zal en dit geldt ook
met betrekking tot de adviezen aan personen of
instellingen, zijn adviezen aanpassen aan de strek
king van dit plan. Zo zal voor een recreatieplan
worden geattendeerd op de recreatieve en educa
tieve aspecten en op de mogelijkheden tot restau
ratie, terwijl voor een bestemmingsplan alleen de
in kolom 3 en 4 genoemde monumenten onderwerp
van bespreking zullen vormen.
Aan het Staatsbosbeheer wordt verzocht:
a. de archeologische attentiegebieden te vermel
den op de gemeentelijke inventarisaties van
natuurwetenschappelijk belangrijke terreinen
S.B.B. 4 april 1967
S.B.B. 27 april 1966
S.B.B. 31 oktober 1967
S.B.B. 20 november 1967
S.B.B. 24 juli 1968
De functie van deze kaart, waarop de monumenten
niet volgens de bovenstaande classificatie zijn on
derscheiden, is een waarschuwende. Met een rode
omlijning staan per kaartblad alle archeologische
belangrijke terreinen aangegeven met de bedoeling
dat bij het voorbereiden of beoordelen van plannen
onmiddellijk kan worden onderkend of in het plan
gebied oudheidkundige belangen spelen.
Volgens afspraak wordt in dergelijke gevallen in
formatie omtrent de classificatie van het terrein/
monument ingewonnen bij de Rijksdienst voor het
Oudheidkundig Bodemonderzoek ofwel wordt in
het advies over het betreffende plan geattendeerd
op de aanwezigheid van de archeologische objec
ten met het verzoek hieromtrent overleg te plegen
met het verzoek hieromtrent overleg te plegen
met de R.O.B.,
b. na overleg met de R.O.B. de voor behoud in
aanmerking komende monumenten op te nemen
in het landschapsplan van de ruilverkaveling,
c. na overleg met de R.O.B. de daarvoor in aan
merking komende monumenten voor te dragen
voor plaatsing op het aankoopplan.
Tot besluit wordt in onderstaand schema voor de
provincie Zeeland het classificatie-overzicht ge
geven van alleen die archeologische monumenten
welke tot op heden (1 december 1968) onder de
bepalingen van de Monumentenwet vallen.
207