Planologie en monumentenzorg DR. C. A. VAN SWIGCHEM Plannenmaker! tegen elkaar in Niet alle mensen zijn gelijk; zij denken en opereren vaak in een verschillende richting. Dit geldt ook voor hen die bij planning betrokken zijn en is bovendien te meer vanzelfsprekend omdat nief allen in de maatschappij dezelfde taak hebben te verrichten en het beroep nu eenmaal met zich mee brengt op bepaalde dingen speciaal te letten. Het kan dan ook heel gemakkelijk gebeuren, dat voor een bepaald object of een bepaalde situatie in onze dorpen en steden uiteenlopende plannen worden gemaakt. De een heeft de bedoeling een verpauperde straat te restaureren, de ander maakt terzelfder tijd zich warm voor de idee de zaak tegen de grond te gooien en het terrein te be nutten voor een parkeerplaats of een kinderspeel plaats. Soms ontmoeten de plannenmakers elkaar halverwege in hun beslommeringen zoals weleer de twee ontdekkingsreizigers Stanley en Living stone in de oerwouden van Afrika. Zo'n ontmoeting veronderstelt, dat de een naar de ander heeft uitgekeken. Het is evenwel de vraag of wij soms in onze drukke bezigheden voldoende tijd en aan dacht hebben ons te verdiepen in de weg die de anderen van plan zijn te volgen. Coördinatie is noodzaak Gedachten van bovenstaande aard heb ik gehad toen ik mij de vraag moest stellen of het zin heeft in de Dorpsstraat in Baarland in Zeeland huisjes te verheffen tot de rang van monument. Als monu- mentenzorger kan men eigenlijk weinig twijfel hebben over wat hier het antwoord moet zijn. Natuurlijk heeft dit zin; de wijsheid gebiedt echter hieraan toe te voegen: alleen als er samenhang kan zijn met een algemene planning voor de dorps- 209

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 29