Het nieuwe landschapspatroon van Schouwen, zoals het tijdens de her verkaveling werd tot stand gebracht. nog aanzienlijk groter deel van het nieuwe land in beslag nemen. Hoewel de omstandigheden voor het scheppen van een nieuw landschap in deze polders nauwelijks vergelijkbaar zijn met de gecompliceerde situaties op het oude land zullen toch de daar geldende overwegingen en ervaringen van grote betekenis blijken te zijn bij de voortschrijdende reconstructie van het Nederlandse landschap. Dat geldt met name voor de zo gewenste creatieve inbreng van de landschapsdeskundigen in de gewestelijke en gemeentelijke planologie. Het Zeeuwse voorbeeld De dramatische gebeurtenissen rond het Zeeuwse landschap in het jongste verleden vormen een mijl paal op de weg van de planologie en de land schapsbouw in het na-oorlogse Nederland. De vrijwel totale verwoesting van het oude cultuur landschap van Walcheren confronteerde ons in die moeilijke jaren met een in wezen geheel nieuwe taak. Enerzijds was er de onmogelijkheid om het eens zo karakteristieke maar totaal verouderde en ondoelmatige netwerk van wegen en waterlopen in de oude vorm te herstellen. Anderzijds echter noopten zovele nog overgebleven elementen als dorpskernen, buitenplaatsen, bestaande hoofdver bindingen en gespaarde boerderijen, en soms ook de geomorphologische situatie, tot een behoed zaam gebruik van de beschikbare technische uit rusting en tot een beheerste toepassing van de elders zo gebruikelijke methoden bij de landin richting. Bij het zoeken van de weg naar een nieuwe con ceptie voor het Walcherse landschap hadden ir. De Vink als planoloog en schrijver dezes als land schapsconsulent in die jaren het voorrecht van gedachtenwisseling met een groot aantal voortref felijke deskundigen, samengebracht in de technische commissies die zich met de reconstructie van het eiland bezighielden. Onder hen nam de persoon van stedebouwer Verhagen een zeer bijzondere plaats in. De overstromingsramp van 1953 bracht nieuwe grote taken met zich, waarbij wederom de recon structie van het landschap een centrale plaats in het planologisch werk innam. Daarbij bleek dui delijk hoe de wederopbouw van het landschap van Walcheren een grote leerschool was geweest voor het landschapsherstel op Schouwen, Tholen, Noord en Zuid-Beveland en in het Zuid-Hollandse Delta gebied. Trouwens ook voor de landschapsvernieu wing in de andere provincies zijn de ervaringen in Zeeland van fundamentele betekenis geweest. Zij hebben de ogen geopend en de weg gebaand voor een landschapsopbouw in regionaal verband die zich, in samenhang met cultuurtechniek, land aanwinning en wegenbouw, begint te ontwikkelen. Een ontwikkeling die tot vèr over onze grenzen de aandacht trekt. Nog tot op de dag van vandaag wordt er binnen de Zeeuwse provincie-grenzen baanbrekend werk verricht op het vakgebied van planologie en land schap. De inrichting van het Veerse Meer deel van het Deltaplan mag zeker gelden als een voorbeeld, waarbij van de aanvang af, jarenlang, in een breed samengesteld team van deskundigen, een nieuw landschap werd gevormd, waarin het behoud van de natuur èn de zorg voor het men selijk welzijn op gelukkige wijze uitdrukking vinden. Voor het nog te verrichten werk elders in de Delta kan ook dit Zeeuwse voorbeeld weer een goede leerschool zijn. Stedebouw Landschapsbouw Het door de eeuwen heen telkens gewijzigde kaart beeld van de Zeeuwse eilanden is wellicht het meest markante bewijs van de dynamiek van ons landschap. De nieuwe kustlijn die zich in de ko mende decennia, na de voltooiing van de Delta- dammen, gaat vormen, zal ons dat opnieuw bewust maken. Geen enkele generatie vóór ons is zo sterk geconfronteerd met het „niets is hier blijvend" dan de onze. Toch hebben velen moeite met de erkenning van die dynamiek, zodra dit het landschap betreft. Dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1968 | | pagina 46