Na het gereedkomen van de afsluit-
dammen zal zich, naar verwacht wordt,
een nieuw kustgebied gaan vormen,
waarbij wellicht boeiende nieuwe land-
schapsvormen kunnen ontstaan.
komt misschien omdat we gewend zijn de loop der
dingen aan de tijd van het eigen mensenleven af
te meten en dan lijkt dat land met zijn wegen en
dijken, akkers en weiden, met de bomen rond de
oude hofsteden en de met riet omzoomde stille
kreken haast een eeuwigdurend gegeven.
Maar die illusie wordt thans ruw verstoord. Niet
alleen de stad óók het land bevindt zich in een
revolutionair proces van vernieuwing. Naast de
reeds genoemde reconstructie van de landbouw
gebieden zijn we getuige van de groei van een
gigantisch nieuw net van verkeerswegen. En de
uitbreiding van het stedelijk gebied slaat benau
wend grote bressen in onze nog vrije landelijke
ruimte.
Het zijn juist de vervagende grenzen tussen het
stedelijke en het niet-stedelijke milieu, die het nodig
maken om de planning en de inrichting van deze
beide soorten van ruimte met dezelfde nauwgezet
heid en met een grote zin voor creativiteit ter hand
te nemen. Naast de stedebouw is thans het vak
gebied van de landschapsbouw in volle ontwikke
ling. De nieuwe wijze van leven in deze tweede
helft van de twintigste eeuw heeft meegebracht,
dat de belangensfeer van de stedelijke bevolking
niet beperkt blijft tot het urbane milieu maar dat
ook de kwaliteit van de ruimte daarbuiten voor
haar van essentiële betekenis is geworden. Vervoer
en vrije tijd hebben voor de stadsbewoners, en dat
zijn straks bijna alle Nederlanders, de weg ge
opend naar die nog vrije onbebouwde ruimte.
Het is daarom niet meer dan logisch dat de vorm
geving en de inrichting ervan zodanig worden
gericht, dat zij een véélzijdig gebruik van die vrije
ruimte mogelijk maken. Naast voedselvoorziening
ook ontspanningsmogelijkheid. In velerlei vorm.
Massarecreatie, maar ook stiltegebieden. Voorts
ook ruimte voor onze bedreigde flora en fauna.
En dat alles tegen de achtergrond van een gaaf
landschap. Dat landschap zullen we op vele plaat
sen opnieuw moeten scheppen, omdat het is ge
degenereerd of omdat het aan de nieuwe gebruiks
eisen niet meer voldoet. Op andere plaatsen zal
meer de nadruk moeten vallen op een betere
ontsluiting of wellicht soms op een betere be
scherming van de nog bestaande landschappelijke
waarden.
Dit alles zal moeten gebeuren in een nauw samen
spel tussen planologie en landschapsbouw, leder
bestemmingsplan en ieder streekplan zal tevens een
landschapsplan of een landschapsstructuurplan
moeten bevatten. Daarin dient de zorg voor natuur
en landschap zich niet, zoals tot nu toe, te beper
ken tot conserverende maatregelen, maar dienen
vooral ook creatieve voorstellen te worden ont
wikkeld.
Met de toenemende verstedelijking voor ogen is
het dringend gewenst gewestelijke plannen voor
de landschapsbouw op te stellen die de bouwstof
kunnen leveren voor een urgentieprogramma voor
de groenvoorziening als onderdeel van het rege
ringsbeleid voor de ontwikkeling van het platte
land. De zorg voor het landschap zal daardoor
tevens een meer constructieve plaats in onze pla
nologie verwerven.
227