sen-slaapkamer bij een groot centrum." Aldus „Ti
me". Dat is inderdaad in een paar woorden het
recept. De bedoelde stad Reston wordt op
gebouwd uit zeven vrij liggende woonwijken van
11.000 inwoners. „Time" schrijft: „De huizen wor
den gebouwd aan doodlopende straatjes, zodat de
kinderen veilig zijn voor het razende verkeer. Om
dat binnen de woondorpen de afstanden niet
groter zijn dan 10 minuten lopen, zal het meeste
verkeer beperkt blijven tot de met bomen beplante
voetpaden."
Ons geluk hoeft niet te liggen in een huis met een
tuintje buiten. Ook stedelijke woonvormen kunnen
een hoge mate aan woongenoegen bieden. Het zal
mogelijk blijken nieuwe woonvormen te ontwikke
len, waarbij de voordelen van flats en eengezins
huizen gecombineerd worden en hun nadelen ge
ëlimineerd: grote complexen met een ingebouwde
toekomstwaarde. Na verloop van tijd kan de in
deling van zo'n complex veranderen als dat
nodig is. Als de woonwensen tenderen naar
grotere woningen en extra ruimte voor gemeen
schappelijke voorzieningen zal dat mogelijk zijn.
De woningen zelf zouden overigens ook aan de
bewoners een grotere vrijheid van indeling, her
indeling en vervanging moeten laten. Hoewel
bouwconstructie en aan- en afvoerleidingen beper
kingen opleggen kan ieder dan zijn eigen woning
indelen met kastenwanden, panelen en puien. Die
zullen in gespecialiseerde winkels en warenhuizen
te koop zijn, en in toonzalen zullen adviseurs de
aspirant-kopers met maquettes laten spelen. Die
aspirant-kopers zullen naar we hopen hun voor
lichting niet alleen uit wervende prospectussen ha
len maar ze zullen op school al geleerd hebben
wat wonen kan betekenen. De woningen zouden
wat uitrusting en afwerking betreft kunnen mee
groeien met de welstand van de (opeenvolgende)
bewoners.
Een groot aantal woningen van verschillend type
kan als het ware in één gebouw ondergebracht
zijn. Ook bewoners die niet op de begane grond
wonen krijgen hun eigen buitenruimte: etagetuinen
in de vorm van terrassen en loggia's. Bovendien
moet zo'n complex voorzien in ruimten, overdekt
en in de open lucht, voor spel en ontmoeting.
Zo kunnen hoogwaardige, zeer compacte woon
complexen ontstaan, gesitueerd in grote tuinen.
Misschien moeten we parken zeggen, maar dat
roept te veel het beeld op van aangeharkte paden
tussen gladgeschoren gazons (verboden zich op
het gras te bevinden). Bij het woord tuinen denken
we meer aan het bezig zijn met de grond. Auto's
worden onder in het gebouw gestald. Op een ver
dieping liggen aan interne voetgangersstraten col
lectieve ruimten: kinderspeelplaatsen, hobbyruim
ten, zaaltjes waar men kan tafeltennissen of scha
ken. Die interne straatjes kruisen als luchtbruggen
de verkeersstraten en voeren zo de bewoners het
wijkcentrum binnen.
Ook dat wijkcentrum is één groot gebouw, niet
compact en massaal, maar boeiend, met open
gewerkte gevels. Eigenlijk zijn het meer boven el-
234