//(ia xjcfwwi)
Xc/iJi c c6cc/cn
veen uc rp 'dJc
/f 6(/i 1KJJC 71.
jcA ij ven c{ /c
j/nc //c n. Zr/ i
Z/c /S. v. j/7aficc
Willeboord de harmonikaspeler
automatisch op gas over, flessengas. En vandaar
het waakvlammetje. Ziet u?"
De Kam ontsteekt het licht voor ons, De Bruin wil
weten of er op zee nu ook iets van de stralen
bundels te zien is. „Beslist niet. Om te beginnen
heb ik de gordijnen in de koepel gesloten, maar
afgezien daarvan overdag merk je van het
licht niets." Twee en zestiende miljoen kaars, maar
zelfs bij een bewolkte hemel van geen betekenis
overdag.
We dalen verder, passeren een torenkamer waar
in vroeger jaren de lichtwachter woonde. De Kam
wijst ons waar het ledikant heeft gestaan, naast
vijf vaten patentolie. Er was ook een kachel, maar
de schoorsteen wou niet trekken, ,,'t Was er iezig
koud." Vandaag, 16 november, is het niet veel
beter. Gretig accepteren we het aanbod van onze
begeleider bij hem thuis een bakje koffie te
gaan drinken.
We volgen De Kam in een moderne woning aan de
De Casembrootstraat oude huizen bezit West-
kapelle sinds 1944 bijna niet meer. „De heren
treffen het: m'n vader is op bezoek, daar kunnen
jullie mee praten over den ouwen tied."
De Bruin, nooit op stap zonder prentbriefkaarten,
trekt uit zijn stapeltje meteen de hoogste troef:
een dorpstype, dat zestig jaar geleden van huis
tot huis onderweg was met een schipperspiano.
Willeboord de harmonikaspeler.
De heer De Kam senior, vijfentachtig jaar oud,
leent even de bril van zijn zoon, roept dan vrolijk
verrast: „Daar ei je Boordje Daane!"
De oude baas toeft even in de tijd die zes, zeven
decennia achter ons ligt, geeft daarna de volgen
de toelichting: Boordje kon glad nie' spelen, ie
was een beetje simpel. Ie zoeng altied 't zelfde:
Moeder bin de koeie a' tuus krie'k dan nog
een boter'am? Dan zeien de mensen dat ie d'r niet
veel van maakte en Boordje: 't Is toch licht een
cent waerd?"
Onvoorstelbare armoede werd er destijds in West-
kapelle geleden, de mensen emigreerden van de
honger. Met een tentwagen, waarin de schamele
bagage, reden ze naar Middelburg en dan per
spoor naar de haven van vertrek. „Dag Westkap
pel I"
Westkappel was de wereld. Trouwde een jongeman
uit het dorp met een meisje van Domburg of
Zoutelande, dan zeiden de Westkappelaars van
haar: ,,'t Is er een van achter de toren." Dat was
250