ter, van natuurlijke soberheid, die in deze agres sieve, veel te volgepropte tijd alleen maar te waar deren valt. Behalve wellicht een enkele keer, dat de lichte toets tot een vaagheid leidt, die niet meer bevredigt. De schrijver had met gemak méér kunnen vertellen hij is zo vriendelijk geweest, ons enkele sappige bewijsstukken te tonen zijn terughouding is allicht de compositie van het boek ten goede gekomen, toch kan het de liefhebber van historische curiosa wel eens spijten, dat er niet minder verzwegen is. Het woord curieus valt hier een trefwoord voor dit boek in verschillend opzicht. Curieus al direct, zo weinig als hier be hoefde te worden gefantaseerd, het verhaal schijnt de historische feiten vrijwel op de voet te volgen zoals De Bree eens schreef: de realiteit is altijd nog weer fantastischer dan de fantasie. Inderdaad, een bekend verschijnsel, maar De Bree heeft dan toch wel een gelukkige hand voor het diepen in die duistere massa realiteit van het verleden. Curieus ook de tegenstelling tussen schrijvers lichte, stille wijze van toucheren die even doet denken aan een zondagochtend in het oude Middelburg in die tijd dat het kabaal nog niet regeerde en een zekere beschouwelijkheid niet zo moeilijk viel, en de jammerlijkheid van de gerelateerde fei ten. Geen de minste kwestie van „die goede, oude tijd", zoals men bij een curiosum bijna vanzelf verwacht, nee, hier wordt veeleer „die vieze oude tijd" opengelegd. Dat oude Middelburg van die poëtische zondagochtend, het was realiter maar een beroerd onfris, benauwd en kronkelig stadje, waar vele katten in het donker geknepen werden, en De Bree weet hier méér van dan de meesten onzer. Hij had zich kunnen bepalen tot het be lichten van de onderhavige, typerende episode als een, door het patina van de tijd waarachtig nog enigszins dierbaar geworden historisch curiosum en het was zó al een leesbaar boek geworden. Maar hij heeft méér gedaan en juist daar ligt ons inziens de voornaamste verdienste van het boek, zowel als de kern van zijn merkwaardig „detachment": hij benadert de menselijkheid van al dit alfemenselijke met de bewogenheid, de stille deernis van wie het after all wel allemaal begrijpen en vergeven kan, in deze rare wereld. Een grondtoon, die ook in De Brees andere boeken dóórklinkt. Het boek krijgt er aldus een dimensie bij, het schiet een niveau hoger dan wanneer het alleen maar historische curiosa had gebracht. Zulks met het alweer curieuze gevolg, dat de lezer van de weeromstuit méé bewogen wordt, zich af en toe zelfs in zekere mate identi ficeert met de zich zozeer in de nesten werkende sukkel en het er wellicht even benauwd van krijgt. De figuur-Paspoort is aldus geenszins een zwart- wittekening gebleven. Tegenover zijn hypokrisie, zijn blinde egoïsme dat van het oppervlakkige, verwende jongetje, dat hij in wezen gebleven was zijn onbeheerstheid in eroticis, staat zijn onmiskenbare stijl, zijn intelligentie, zijn historische belangstelling, zijn liefde voor het buitenleven, zijn plantsoen-aanleg. Al met al een gefrustreerde mens in een sterk frustrerende tijd, verzeild in een situatie, die hem helemaal niet lag: een ambt, ver boven zijn maat, een vrouw idem dito, mèt hem slachtoffer van de toen nog genadeloze regel, dat geld met geld trouwt en aldus mede-oorzaak zij het zonder enige schuld van zijn grote bêtise. Hij kon het óók allemaal niet helpen, dat de om standigheden een sarcastisch kat-en-muis-spel met hem leken te spelen. Had hij als liefhebberend buitenman op Schoonenburg kunnen leven aan de zijde van een faciele, behoorlijk sensuele vrouw van zijn eigen portuur als de dienstbode Fransje en dan allicht omringd van een nest met kinders, hij had het leven er waarschijnlijk met ere afgebracht. Zoals het nu liep, kan men per saldo alleen maar deernis hebben met de on benulligheid, waarin hij uitwalmde aan het eind, een onbenulligheid, die hij allicht zelf niet heeft beseft. De jammerlijke dwaas, die onder de maat bleef, de papieren zolder, die inzakt, wanneer er over gelopen wordt. Er komen zeer weinig figuren van enig formaat, van reële noblesse in het ver haal voor allicht, hoe kon het anders in diè tijd! Paspoorts Vrouwe, de koele, illusieloze Dana Schorer, staat hier, als de eigenlijk enige tragische figuur in deze historie, wel op de eerste plaats. Dan de bekende Caland, de trots van 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1969 | | pagina 13