„Majoortjes" Kr. Goudzwaard Met zeer veel belangstelling heb ik het interessante artikel „Zeeuws prentenboek" gelezen in no. 5 van het Zeeuws Tijdschrift. Ik ben het echter niet eens met de geachte scribenten over de zogenaamde „Majoortjes", dat zij een uitvinding zouden zijn van de heer W. F. del Campo gen. Camp. In geen enkele literatuur zult U dit vinden, ook niet in het door U geciteerde Varia Zelandiae van 1967 waarin ik de geschiedenis van deze familie heb beschreven. In de P.Z.C. van 30 oktober 1967 verscheen een „Zelandica", waarin aandacht werd besteed aan het artikel in Varia Zelandiae. In deze beschrijving wordt de veronderstelling geopperd dat Camp wel de uitvinder van deze gebakken aarden buizen „de Majoortjes" zou zijn. Dit bestrijd ik ten stelligste. In mijn bezit zijn verschillende van deze gebakken aarden buizen afkomstig uit Walcheren, Zuid- Beveland, St.-Philipsland, Duiveland, Voorne-Putten en West-Noord-Brabant. In het tijdschrift van de Kon. Ned. Heide Mij ver scheen in het decembernummer 1951 een artikel van mij over de reeds bovengenoemde buizen met een foto van zes exemplaren. De reactie was bij zonder aardig. Iemand uit Ruurloo meldde dat hij dezelfde buizen in deze omgeving had gevonden zoals de beschrijving en afbeelding liet zien. De meest interessante was van een gepensioneerde uitvoerder van de Heide Mij. Deze meldde dat hij met restauratiewerken in de parken van het Kon. paleis Het Loo, bij graafwerkzaamheden een vijftal van deze buizen onder de grond had gevonden, met dit verschil dat deze een ingebakken gekroon de W hadden. Ze zijn nog aanwezig in het Oranje- Nassaumuseum. We kunnen rustig aannemen dat deze buizen gediend hebben als aanvoerkanalen voor de waterpartijen die Koning-Stadhouder Willem III op het laatst van 1600 heeft laten aan leggen. In de Franse tijd zijn al deze water partijen en de beeldhouwwerken afgebroken. De beelden kwamen toen onder opgehoogde gron den terecht. Het Loo was voorheen rijk aan zo genaamde sprengen waaruit het water hoog opsprong.. Het ligt voor de hand dat de toenmalige tuinarchitecten deze sprengen hebben gebruikt als waterbron voor hun fonteinen. Door de water- onttrekkende waterleidingen zijn de sprengen en de grachten rond het Oude Kasteel 't Loo nu droog en doorwaadbaar. Zelf vond ik ook rond Heemstede bij graafwerkzaamheden deze buizen zonder W, maar toen had ik niet zoveel belang stelling voor deze dingen. Ik sluit hierbij een foto in van een drietal buizen. De middelste is een zogenaamd „Majoortje", af komstig uit Anna Jacobapolder op St.-Philipsland. Ze heeft een hoogte van 43 cm, aan één zijde binnenwerks een doorsnede van 20^ cm, aan de andere kant een doorsnede van 16 cm, de ver sterkte rand om in elkaar te passen meet 4 cm. Een buis van geheel dezelfde constructie vond ik rond Lewedorp in de Kraaijerspolders. Het rechtse exemplaar is afkomstig uit Goes. Deze heeft een lengte van 38y2 cm, aan het ene eind binnenwerks een doorsnee van 13 cm, aan het andere eind een doorsnee van 8]/2 cm met een versterkte rand van óy2 cm. Dit is een uitzonderlijk type waarvan ik er slechts enkele vond in de Piet Heinstraat te Goes. Kennelijk bedoeld voor het afvoer van water van de aldaar staande oudere huizen, onder door de straat naar een sloot. Het linker model is het allermooiste dat ik heb gevonden en gezien. Dit is afkomstig van de boerderij de „Steenenpoort" in de Oudepolder te St.-Philipsland. De lengte is 47 cm, aan het ene eind een opening binnenwerks van 12 cm, aan de andere kant een doorsnee van 7'/2 cm met een versterkte band van 3 cm. Dit is een bijzonder fraai exemplaar. Heeft een zeer duidelijke spiraal- baan die ontstaat indien het aardewerk gedraaid wordt op een draaiende schijf. Deze baan is 5 cm breed. Men kan rustig aannemen dat dit een zeer oude buis is en waarschijnlijk verwerkt zo rond 1750 en natuurlijk zuiver individueel handwerk. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1969 | | pagina 17