ALS EEN KIND
Als een kind praat, tikt er een snavel
tegen de eierschaal van de stilte
en woordjes als pinksterkuikens
lopen nat nog en nieuw door de taal.
Wij begrijpen ze niet,
maar ze zeggen ons alles.
Als een kind lacht, breekt er een zon
uit de aarde, gaat op in de ogen
en een morgen onvergelijkelijk doopt
alle dingen opnieuw in naam van het licht,
En wij zeggen amen
met het hart op de tong.
Als een kind speelt, verandert het huis
in een schip, de tafel is de kajuit
en het karpet met de bloemen de zee
en de vaart begint voor de wind van het wonder.
Wij geloven het nauwelijks,
maar wij zouden het willen.
Als een kind treurt, droogt in de diepste
lagen een bron op, het vochtige zand wordt stof
en naakte stenen wankelen onder de hitte
tot de aarde opensplijt in een afgrond.
Duizelend kijken wij neer in onszelf
en weten niet wat te doen.
WILLEM ENZINCK
18