Mededelingen van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen mede in dezen tijd het ingekeerde leven tot meerder beoefening kwame." Een preek over de zonden van de vromen geeft De Vrijer op deze puntige wijze weer: ,,Ook heerscht er geveinsdheid en gemaaktheid. In gebaren, oogen, taal. Men weet de oogen te draaien, stelt zich walgelijk aan. Men is nog wel oprecht voor God, maar niet voor zijn naaste. Personen, waar men weleer in ver trouwelijkheid mede omging, daar kan men nu geen woord van hart tot hart meer mee spreken, of men acht zich bedrogen. Voorts: gierigheid. O, hoe menig hart is met gierig heid bezet. Ze is een wortel van alle kwaad. Men doet er z'n ziel mede te kort. Omgekeerd: verkwisting. Men wil wat lekkers hebben. De tooi en de mooi moet z'n loop hebben, of het er af kan of niet. IJdelheid: komt men bij menschen, men zit bij ze aan en maakt grappen. Men is vol van allerlei zot geklap." Zeeland is een land van conventikelen of gezelschap pen geweest en nog wel. Smytegelt kende de geestes gesteldheid van kleine groepen; hij had ze mee gemaakt in de tijd dat hij predikant te Borssele, Goes en Middelburg was geweest. Hij sprak tot het hart van deze mensen <n gezelschappen, maar wist hen tevens te trekken ,,in den puren dampkring der Kerk". Vol gens De Vrijer zou de kerk er goed aan doen van de kansel de volle, rijke, diepe vertroosting van de blijde boodschap te brengen, ook aan de bevindelijke mens. Het lezingenprogramma De lezingen van het Zeeuwsch Genootschap wo-rden alle gehouden in het gebouw Abdij 11 te Middelburg, en vangen 's avonds om 8 uur aan. Woensdag 26 maart Prof. dr. L. van den Berghe, directeur van het seminarie voor de Archeologie van het Nabije Oosten te Gent houdt een lezing over: De bronsbeschaving in Luristan; opgra vingen in de Pusht-i Kuh Iran. Woensdag 23 april Prof. dr. A. H. van der Weel te Amster dam. De titel van de lezing is: Een wandeling door Middelburg zestig jaar geleden. Het tweehonderdjarig jubileum van het Genootschap Zeer binnenkort, op 23 maart 1969 namelijk, zal het tweehonderd jaar geleden zijn, dat de Staten van Zeeland aan het enige jaren te voren te Vlissingen opgerichte „Genootschap ter be vordering van nuttige kunsten en wetenschap pen", het recht toekenden in het vervolg de naam ZEEUWSCH GENOOTSCHAP DER WEE- TENSCHAPPEN TE VLISSINGEN te voeren. Het bestuur van het Genootschap is van zins dit feit in de maand september met enige luister te herdenken en verzoekt daarom de leden reeds nu de dagen 26 en 27 september 1969 hiervoor te bestemmen. Het programma en nadere bijzonderheden zullen zo spoedig mogelijk in de „Mede delingen" en per circulaire worden be kend gemaakt. De werkgroepen Werkgroep Paleontologie secr. A. Haandrikman, Nachtegaallaan 68, Goes. Zaterdag 7 december organiseerde het bestuur een excursie naar een aantal bodemontsluitin gen in het EOCEEN van België. Het doel der excursie was meer bekendheid te geven aan de herkomst van de te Cadzand aangetroffen fossielen, welke eveneens voor komen in sommige mariene afzettingen be horende tot het midden-Eoceen. Onder de deskundige leiding van de heer D. Nolf te Brugge is deze opzet geslaagd. In de eerste plaats zijn we hiervoor dank verschuldigd aan de heer Nolf, die zonder enige terughou dendheid al zijn kennis ter beschikking stelde van de veertien deelnemers. De te Beernem bezochte werken leverden reeds enig idee over de typische glauconietzandste- nen, welke ook de strandbezoeker bij het Zwin onmogelijk kunnen ontgaan. Te Aalter maakten de excursieleden kennis met de jongere lagen van hetzelfde niveau. Zo men al bekend is met de rijkdom aan fossiele schelpen, die op het strand van Cadzand aanspoelen, dan nog is men verbaasd over de akkers en de weilanden, welke er mee schijnen bezaaid te zijn. Als extra bijzonderheid werd hier nog een fraaie vuurstenen pijlpunt met steel gevonden. Een meer volledig beeld van de opeenvolgende diverse lagen kregen de deelnemers in een afgraving te Balegem. De in deze omgeving voorkomende verhevenheden in het terrein be vatten een goed bewaard gebleven reeks afzet tingen. De exploitatie van de zandgroeve om vatte ook een aan fossielen uitzonderlijk rijke transgressielaag, welke de deelnemers een fraaie oogst aan vissetanden opleverde. In een door Nolf samengestelde thesis over deze materie stelt hij, dat ook de te Cadzand aan getroffen vondsten uit equivalente lagen af komstig zijn. Over de aard en het werkelijk voorkomen van zulke afzettingen in het nabij gelegen zeegebied kan slechts worden gegist. Indien deze lagen in situ aanwezig zijn is hun voorkomen slechts beperkt en de uitzon derlijk hoge ligging is, vergeleken met het om liggende gebied, een bijzonderheid. De excursie werd te Aardenburg beëindigd met een bezoek aan de bijzonder fraaie palaeonto- 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1969 | | pagina 26