gezelschap, dat zich enthousiast op de schorren waagde. Ondanks aanvankelijke bedenkingen over het wisselvallige koude weer, bleek het al spoedig, dat we een dag hadden uitgekozen, waarvan veel te verwachten viel. Voor het gezelschap aan de buitendijkse wande ling begon, gaf de heer T. Spanjer uitleg over het ons omringende panorama. De aanwezige liefhebbers van flora en fauna kwamen goed aan hun trekken en de hear Spanjer demon streerde zijn ervaring in het opsporen van vogelnesten. Tijdens de rustpauze bij een van de twee schaapsstallen kwam een geanimeerde discussie op gang, waarbij bleek hoezeer het gezelschap doordrongen was van de waarde van dit unieke natuurgebied. Met argwaan werd gekeken in oostelijke richting vanwaar grieze lige tuinkabouters steeds verder opdringen. Voor wat het land van Saaftinge betreft bestaat er nog een taak voor natuurbescherming. Al was het maar, dat de twee unieke individuen, welke de uitstervende mensensoort schaapher der 'hier nog vertegenwoordigen een plaats kre gen op de lijst van natuurmonumenten. Ter illustratie van het zo gestelde probleem werd een bezoek gebracht aan het staatsnatuur- moinument in Nieuw Namen. Een aanvankelijk met de beste bedoelingen omheind profiel in de voormalige groeve de Kauter is letterlijk in een vuilnisbelt tenonidergegaan. Waar de zee met scheppende en vernietigende kracht duizenden jaren aan het modelleren is geweest en tenslotte toit staan kwam, is een fraaie erosierest als een monument in het landschap achtergebleven. Het is ontstellend, hoe snel enige jaren van menselijke welvaart een vloedgolf van vernie tiging ook hier heeft veroorzaakt. De aardkorst voirmt voorlopig nog een voldoende bescher ming en van de geschiedenis der aarde zal altijd niog wei wait terug te vinden zijn. Dit in tegen stelling tot de geschiedenis van het leven, ter bescherming waarvan nog heel wat meer nodig is dan de 0,3 ha, waarmede het hier bedoelde staatsnaiuurmonument de Kauter te boek staat. Tot grote spijt van de deelnemers aan de ex cursie was van de vroegere kolonie oeverzwalu wen, welke in de wanden der groeve nestelden, niets meer te bespeuren. Een verrassing voor de werkgroep was het voorkomen van talrijke exemplaren van de door de Belgische palaeontoloog dir. R. van Tassel als merkwaardige komkreties aangeduide peervormige stenen, in opgespoten zanden voor een dijk op de schorren van Saaftinge. Moge dit verschijnsel in wetenschappelijke kringen al onderwerp van uitgebreide discussie zijn ge weest dam nóg waren wij verbaasd te vernemen hoezeer onder de bevolking wordt gespeculeerd over de herkomst van deze soms enkele kg zware stenen. Uit de rivier opgezogen zouden ze gediend hebben als gewichten ter verzwaring van netten, e.d. Heit aanwezige kanaaltje in de kern vain de knollen gaf aanvankelijk aanlei ding de voorwerpen te zien als te zijn ontstaan rond wartels en stengels van toenmalige strand- plamten. De later in situ gevonden exemplaren wijzen duidelijk in de richting van een dierlijk organisme met een buisvormige lichaamsbouw en een krans van tentakels, welke een spiraal vormige wenteling in het water veroorzaakte; verder dat ze solitair zij het vaak in groepen bij elkaar leefden. R. van Tassel en J. de Hein- zelin menen als bewoner van deze koncreties te kunnen aanwijzen de hoofdstam (phyllum) der Pog'omophora (baardwormen). De komkre ties hebben die naam Tasselia Ordam de Hein- zelin 1964 ontvangen. Uiteraard is de naam van dir. Van Tassel hieraan niet vreemd en voor de soortnaam stond de polder Ordam bij Ant werpen peet. Ze zijn tot nu toe nergens anders gevonden dan in de zgn. zanden van Merksem en Kruisischans tot welk lagenpakket ook de groeve de Kauter te Nieuw Namen behoort. Ook hier werden deze komkreties gevonden, evenals trouwens in de bedding van de Schelde bij Ellewoutsdijk. In vele verzamelingen van in Zeeland bijeenge brachte fossielen kwamen ze al lang voor. Een interessant probleem schijnt hiermee te zijn op gelost. De verdere middag en avond hebben de leden der werkgroep doorgebracht in Aardenburg, waar in het museum en in de werkruimte van de heer Trimpe Burger aandacht werd besteed aan de opstelling van het bijeengebrachte fos siele materiaal. j jy[oraal 58

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1969 | | pagina 26