Jongh Hovelingh out sehove- ling* long Hovelingh, out ie hoveling 120 HET TWEEDE SCHOCK LIX COO lang een dingh schoon is of tot ^dienste bequaem, soo wordt het by veel groote Meesters en Heeren groot geacht; maer alst af gaet*, soo ver werpen zy't als een versleten kleedt in de hoeck. Ghelijck als de loffrouwen een versche Ruycker van schoone Bloemen setten in het best van haer kamer: maer het duert gheen acht daghen, of zy werpen die op de mis hoop. De Heeren leven alsoo met haer vcroude trouwe Dienaers, ende met haer schoone Peerden, niet aensiende de trouwe dienst, die. hun daer af gheschiedt is. Afb. 1Uit Sinnepoppen, ed. Brummel, 1949 ting van 100.000,Middelburg herstelde zich in een verbazingwekkend snel tempo. Wij horen het uit de woorden van Boutens: (geschreven ter her denking van Middelburg's Overgang in 1574): „Uw huis herbouwt, 't zeewater spuit De sluizen uit Van uw vruchb're gemeten! Elk weet zijn werk en zijn belang; Maar al te lang Hebben wij stil gezeten!" De kooplieden brachten de handel tot nieuwe bloei en in de kortst mogelijke tijd wemelde het in de straten van de hoofdstad van handelaren uit Italië en andere verre landen. De Vlaamse vluchtelingen deden hun invloed gelden en de nijverheid bloeide als nooit te voren, zoals b.v. de lakennering, de tapijtweverij (Jan de Maeght), de glasfabricage en de klok en geschut-gieterij. De scheepswerven en zaagmolens draaiden op volle toeren. De stad breidde zich meer en meer uit. Later voeren de schepen van de Oost- en West-Indische Compagnie uit naar alle windstreken en keerden terug met een rijke buit en vele kunstzinnige en exotische artike len. In deze begintijd van de Gouden Eeuw her leefden ook de kunsten en wetenschappen. De in telligente en gevoelige jongen, Ambrosius Bos- schaert, zal deze sfeer met volle teugen hebben in geademd. In 1593, op 20-jarige leeftijd, laat hij zich inschrijven bij het St.-Lucas Gilde als „schilder- coopman" en vier jaar later wordt hij voor het eerst, maar niet voor het laatst, deken van dit gilde. Hij zal er ongetwijfeld de begaafde schilder, dichter en graveur, Adriaan van der Venne ont moet hebben (beroemd o.a. door zijn illustraties bij de werken van Cats), Daniël van den Queborne, Adriaen van Stalbem.pt en zijn latere zwager, Bal- fhasar van der Ast, die door hem is opgeleid in de schilderkunst en beroemd is geworden door o.a. zijn mooie fruitstukken. In 1604 trouwt hij met Maria van der Ast, dochter van een gegoede burger, die enige huizen bezat. Na de dood van zijn schoonvader erft hij en kan een eigen huis kopen bij de St. Pieterstraat. In 1613 wordt hij „poorter der stad Middelburch" en is nu ook in staat om meer geld te investeren in zijn vóór zijn huwelijk opgebouwde interna tionale kunsthandel. Zijn vriend, de bekende kunst verzamelaar en muntmeester van Middelburg, Mel- chior Wyntgis, zal hem hierin zeker gestimuleerd hebben. De grote belangstelling van de botanici in en om de stad en hun prachtig aangelegde tuinen vol exotische bloemen en planten, zullen voor hem een nog veel grotere inspiratiebron blijken te zijn. Wij noemen hier de beroemde tuin „De Moffe- schans" bij Terneuzen van Petrus Hondius, predi kant, dichter, schrijver en kruidkundige, de gebroe ders Parduyn (apothekers) met hun tuinen vol zeld zame gewassen en kruiden, de stadsdoktoren 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1969 | | pagina 10