Zeeuwse kroniek
M. P. de Bruin
Toortse
Over Dierick Ruyters, wonend te Middelburg, die
in 1623 zijn Toortse der zee-vaert te Vlissingen laat
verschijnen, vinden we een beknopt artikel in de
pas verschenen Encyclopedie van de Nederlandse
Antillen. De Toortse wordt hierin een merkwaardig
en uiterst interessant werk genoemd, dat inlich
tingen verschafte over de navigatie ten zuiden van
de kreeftskeerkring. Hoewel over West-lndië niet
zoveel wordt gezegd, worden de informaties over
de scheepvaartroutes van de Spanjaarden in dit
gebied voor de Nederlandse zeelieden belangrijk
genoemd. S. P. L'Honoré Naber, die de Toortse in
1913 opnieuw heeft uitgegeven laat zich lovend
over de schrijver uit: „Dierick Ruiters heeft tot de
zeldzame zeelieden behoord die de pen met ge
lijke vaardigheid hanteerde als stuurrad, laad
boom, rapier of musket". In 1913 kende Naber
van de Toortse twee exemplaren: een in de Pro
vinciale Bibliotheek van Zeeland en een te Wolffen-
büttel 2). Laten we Naber in zijn lof nog verder
volgen: „Afgaande op den titel, die toch met over
leg is gekozen, zou men wellicht denken dat uit
sluitend zeilaanwijzingen worden gegeven, doch
niets is minder juist. Het werk bevat beschrijvende
gedeelten naast zeilaanwijzingen, die elkander aan
aanschouwelijkheid niets toegeven. De beschrijven
de gedeelten onderscheiden zich dikwijls door
groote vastheid van uitbeelding, de zeilaanwijzin
gen zijn in glasheldere zeemanstaal opgesteld".
Ruyters
Slechts schaarse gegevens zijn over Ruyters bekend.
De Encyclopedie vermeldt alleen dat hij verschei
dene reizen als kapitein in dienst van de West-
Indische Compagnie naar West-Afrika en de Ame-
Werken uitgegeven door de Linschoten-Vereeniging, deel VI.
2) Enige jaren geleden verzekerde een Portugees geleerde mij,
dat het nauwelijks aan de brand in 1940 ontkomen exemplaar
te Middelburg thans het enig bekende exemplaar is.
rikaanse wateren maakte. Voor de Toortse werd
hem door het stadsbestuur van Middelburg een
bedrag van 10 geschonken. Wegens de opdracht
van zijn boek aan de Staten-Generaal kreeg Ruy
ters van dit college in juli 1623 een bedrag van
zestig pond van veertig groten. In 1631 geeft hij
als liefhebber der mathematica zijn Pleyn-Schael
uit. Het is een verhandeling over een platte reken-
lineaal, die aan beide zijden van verdelingen was
88