Hoekje van de tentoonstelling met de originele Statenbijbel en deel van een schilderij, voorstellend een bijeenkomst van de synode.
Foto John Merk, Middelburg
eenvoudig doordat er geen tegenpartij was zoals
in Holland. De weinige Arminiaanse woordvoer
ders hadden óf eigener beweging dit gewest ver
laten óf ze waren door de magistraten wegge
werkt. Zo is Zeeland dan ter synode vertegenwoor
digd geweest door enkel goed-calvinistische pre
dikanten, onder wie Faukelius en Walaeus uit
Middelburg en Udemans uit Zierikzee de bekend-
sten waren. En als we bedenken dat de grote kam
pioen van de contra-remonstranten Gomarus na
zijn Leidse professoraat enige tijd gedoceerd heeft
aan het collegium theologicum te Middelburg, dan
is dat wel tekenend voor de theologische gezind
heid alhier. Het loont de moeite ons af te vragen
wat toch de beweegreden mag geweest zijn dat
de Zeeuwen, die over het algemeen toch bekend
staan als een gemoedelijk volk, op dit punt zo
beslist partij gekozen hebben en welke overtuiging
daarachter stak.
Om te beginnen: de Zeeuwen waren in die dagen
calvinistisch. Wel was, evenals overal elders in
ons land, de Hervorming hier begonnen met aan
hangers van de z.g. „lutherije", weldra gevolgd
door Wederdopers en Mennonieten, maar groot
was hun getal niet. Van een eigenlijke volksbe
weging kan men pas spreken toen omstreeks 1560
het Calvinisme hier vanuit de zuidelijke Nederlan
den zijn intree deed. Men begon met besloten
bijeenkomsten, maar in 1566 waagde men het
openbare hagepreken te houden in de duinen bij
Dishoek en op een weiland bij Brigdamme. Het
volk stroomde er uit allerlei plaatsen heen. Kort
daarna sloeg het beeldenbreken uit Vlaanderen
over naar Walcheren. Men kan moeilijk uitmaken
wat in deze revolterende volksbeweging het zwaar
ste gewicht in de schaal legde: de afkeer van het
katholicisme of de haat tegen de landsregering
te Brussel wegens de beknotting van de burgerlijke
en geestelijke vrijheden. Het een greep in het
ander, want de regering had zich de handhaving
van de katholieke kerk ten doel gesteld; zij be
diende zich van de inquisitie en tiranniseerde de
gewetens. Hef bewind van Alva in 1567 deed vele
Calvinisten uitwijken naar Engeland, wachtend op
betere tijden. Die braken aan met de val van Den
Briel in 1572. Vlissingen, Veere en Arnemuiden
kozen nog in datzelfde jaar de zijde van de Prins
van Oranje, Middelburg volgde in 1574. Onmid
dellijk werden in verscheidene plaatsen op Wal
cheren vaste predikanten aangesteld. Het duurde
nog enkele jaren eer ook de andere eilanden van
Spaanse soldaten gezuiverd waren. Overal waren
het de Calvinisten toen nog een kleine minder
heid, maar beslist en zelfs brutaal in hun op
treden die de magistraten dwongen de kerken
voor hun geloofsgenoten beschikbaar te stellen.
In de meeste gevallen ging de magistraat zelf om.
De kloosters werden gesloten, de kerkelijke goe
deren genaast en de roomse geestelijken verjaagd.
Omstreeks 1580 kan men zeggen, dat de Gerefor
meerde of Hervormde kerk in heel Zeeland ge
vestigd was. Niet ten onrechte heeft men gespro-
66