vervaarlijke pennetwisten aanleiding gegeven. In het midden van de 17e eeuw kwam een stortvloed van schotschriften van de persen, die over en weer het recht der overheid in kerkelijke zaken aanvie len of verdedigden. Een ervan had tot titel: „Thoolsen schouw-veeger. Dat is: Antwoorde van Ds. Petrus Lansbergen op het vuyle uytghegeven boecxken van Jacobus Bursius enz.". De titel van het wederwoord van de aangevallene zal ik U besparen, want dan komen we terecht bij schut tingwoorden, die tegenwoordig weliswaar een ze ker aanzien genieten U bemerkt dat er ook op dit punt weinig nieuws is maar waarmee ik geen behoefte heb U te choqueren. En toch, ondanks zulke explosies heb ik de indruk dat de kerk in Zeeland in die dagen over het algemeen vrij volgzaam is geweest inzake de be moeienissen der overheid. Provinciale synoden zijn hier destijds maar zelden gehouden; de overheid vond dat lastig en stond het niet toe en de kerk heeft zich daarin geschikt. Zelfs voor het beroepen van predikanten, dat elders telkens een twistpunt was, bestond in Zeeland een unieke regeling. De be roeping geschiedde namelijk door een zogenaamd collegium qualificatum, een gemengde commissie van magistraatspersonen en kerkelijke ambtsdra gers. Zoiets was elders nauwelijks denkbaar. Na tuurlijk hadden er ook hier nu en dan partijtwisten en ongeregeldheden plaats, maar het is tekenend dat in een van die gevallen de persoonlijke over komst en bemoeienis van Prins Willem III vol doende was om er snel een eind aan te maken. Het Zeeuwse kerkvolk was trouwens in het alge meen zeer Oranje-gezind. Revolutionaire bewegin gen tegen het overheidsgezag hebben sinds de Hervorming in dit gewest nooit een geschikte voe dingsbodem gevonden. Een tentoonstelling vestigt de blik op het verleden en zij kiest daaruit altijd slechts een klein frag ment. Het voordeel daarvan is, dat men de ge schiedenis het beste leert kennen wanneer men haar van dichtbij bekijkt en stilstaat bij een detail. Die details behoef ik U niet te beschrijven, het is voortreffelijk gedaan in de catalogus van deze tentoonstelling. Samen leveren zij ons een beeld, zij het ook een onvolledig beeld, van onze geeste lijke herkomst. Op vele punten zullen wij onszelf niet of nauwelijks herkennen, op andere treft ons enige verwantschap. Wij leven thans in een ver snelling van de geschiedenis. Eer we het weten zijn gevestigde toestanden en denkbeelden ver ouderd. Maar het nieuwste is niet altijd het beste en menigeen kiest in de branding van deze tijd een onzeewaardig vaartuig, omdat hij geen oor deel heeft over wat betrouwbaar en wat onbe trouwbaar is. Ik bedoel allerminst, dat wij ons in het verleden zouden moeten verschansen, tradities koesteren en met de rug naar de toekomst zouden moeten leven. Integendeel, wie de geschiedenis goed heeft leren verstaan zal des te scherper oog hebben voor het heden en op de toekomst ge richt zijn. Ik bedoel evenmin, dat wie de geschie denis kent en wie kent haar ooit ten volle een onfeilbaar kompas zou bezitten om de rechte koers te varen. Ik ben alleen van mening, dat kennis van de geschiedenis ons kritisch oordeel in het heden kan verscherpen en een middel niet het middel is om ons wijzer te maken voor de toekomst. Vandaag gaat het over een stuk kerk geschiedenis. De kerkgeschiedenis levert een me nigte beschamende gebeurtenissen op, doordat mensen het christelijk geloof dikwijls zo slecht in praktijk hebben gebracht en het hebben verwisseld voor zeer aardse doeleinden, die de hartstochten losmaakten. Maar tevens herinnert zij ons eraan, dat temidden van alle rumoeren en misvattingen een geloof standhield in een God, die ons wil vrijmaken van de dienst van afgoden en mythen, waardoor ook in onze tijd mensen worden op geofferd aan een slechte zaak; een God die ge diend wil worden door liefde en gerechtigheid te betrachten jegens alle mensen en alle volken. Zo wens ik U een leerzame rondgang langs deze fraaie collectie. Ik wil niet nalaten mijn bewonde ring uit te spreken voor het werk van de archivaris dr. Scherft en zijn medewerkers, die deze expositie hebben georganiseerd en van deskundig commen taar voorzien. 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1969 | | pagina 5