Beiaardkunst in Zeeland
Rinus de Jong
Nu in 1969 de Nederlandse Klokkenspel-Vereniging
haar 50-jarig bestaan herdenkt is het wellicht inte
ressant de stand van zaken op beiaardgebied in
Zeeland eens onder de loep te nemen. Al dadelijk
kan gezegd worden dat deze provincie in alle
tijdvakken waarin de beiaardkunst wordt ingedeeld
positieve bijdragen heeft geleverd hetgeen wel
licht herleid kan worden tot het feit dat zij hier en
met name in 1370 in Middelburg is ontstaan. In
genoemd jaar werden in de toren van de West-
monsterkerk bij de uurklok enkele kleine klokjes
(tezamen de voorslag genoemd) aangebracht waar
op de klokkeman elk kwartier met een hamer sloeg
ten einde de Middelburgers erop opmerkzaam te
maken dat de uurklok dra de juiste tijd zou aan
geven. Al gauw vond dit optreden navolging en in
de na 1370 komende jaren schaften vele frans-
vlaamse, vlaamse en noordnederlandse steden één
of soms meer voorslagen aan die naderhand veel
al uitgroeiden tot een beiaard van 2 oktaven (on
geveer 20 tot 22 klokken) met automatisch speel
werk en stokkenklavier.
TIJDVAK 1370—1640
Deze periode wordt aangeduid als het ontstaans-
tijdperk van de beiaardkunst. Gedurende dit tijd
perk krijgt Middelburgs stadhuistoren een voorslag
en omstreeks 1595 de Abdijtoren een beiaard. De
voorslag van de Westmonsterkerk verdwijnt echter
in de 16e eeuw. De stadhuistorens van Veere (15e
eeuw), Zierikzee (ongeveer 1550) en Sluis (om
streeks 1400) voorziet men eveneens van voorsla
gen evenals de kerktorens van Vlissingen (1587),
Goes (misschien omstreeks 1500, in ieder geval in
1621), Tholen (16e eeuw), Sint-Maartensdijk (16e
eeuw), Hulst (16e eeuw), Arnemuiden (1583). Het
Thoolse spel hing vanaf 1590 in de stadhuistoren.
Verschillende van deze voorslagen laat men door
aanvulling met klokken en aanbrenging van een
stokkenklavier tot beiaarden uitgroeien.
FRANCOIS EN PIETER HEMONY; 1642—1680
Déze uit Lotharingen afkomstige gieters die in
1642 hun eerste spel voor de Wijnhuistoren in
Zutfen gieten zijn er door het hoge peil van hun
gietkunst mede de oorzaak van dat de Nederlanden
in de 17e eeuw een eerste bloeitijdperk in de bei
aardkunst beleven. Het aandeel van Zeeland in
deze periode is zeer bescheiden. In tegenstelling tot
andere gewesten leveren de Hemony's hier slechts
één spel en wel aan Hulst, ter vervanging van de
bestaande voorslag.
TIJDVAK 1680—1790
Deze periode wordt gekenmerkt door een nabloei.
Het blijft een merkwaardig feit dat vooral in de
periode van het ontstaan der beiaardkunst en van
de nabloei der eerste bloeitijd Zeeland van zich
doet horen. Het verbrande spel van de Abdijtoren
in Middelburg wordt in 1714 door een nieuw en
groter spel van Noorden en de Grave vervangen.
Wel verdwijnt de stadhuisvoorslag van deze stad
in de 18e eeuw. Veere krijgt een nieuwe beiaard in
1735, Vlissingen in 1770; beide ter vervanging van
het oude spel. In 1787 gebeurt hetzelfde in Goes.
De klokken van de drie laatstgenoemden worden
gegoten door vertegenwoordigers uit de Van-den-
Gheyn-dynastie.
1790—1890, TIJDPERK VAN VERVAL
In deze periode kent de beiaardkunst, in Neder
land altans, een diepgaand verval. Verbrande
beiaarden worden niet vervangen en soms worden
zonder noodzaak beiaarden verkocht terwijl an
dere wat het persoonlijk spel betreft onttakeld
worden. In Zeeland raakt Hulst zijn spel door
brand kwijt terwijl Arnemuiden zijn spel verkoopt
aan het Rijksmuseum in Amsterdam. Veere's spel
moet het vanaf het midden van de 19e eeuw zon
der speeltafel doen. De overgebleven beiaarden
worden wanneer nodig wel hersteld.
1890—1940,
TIJDPERK VAN BEI AARD WEDERGEBOORTE
Als in 1881 Jef Denijn tot stadsbeiaardier van
Mechelen wordt benoemd ontstaat er door zijn
toedoen een hernieuwde belangstelling voor de
beiaardkunst. Vele beiaarden worden volgens nieu
we door hem uitgevonden vindingen gerestaureerd;
het klokkental wordt uitgebreid terwijl torens die
voordien nooit zongen dan een beiaard krijgen.
In 1911 verliest Vlissingen door verbranding zijn
beiaard die in 1914 vervangen wordt door een
spel van Engelse makelij. Zierikzee brengt in 1929
de oude voorslag naar de Oudheidkamer en laat
een nieuw spel aanbrengen, eveneens van Engelse
oorsprong. Enkele andere beiaarden worden ge
restaureerd.
109