Zo moet het in Zeeland niet Een beschouwing over Wonen, leven, werken in Rijnmond" Drs. S. P. van der Zee Kort geleden is verschenen het rapport „Wonen, leven, werken in Rijnmond; beleidsaanbevelingen van het bestuur van de Stichting Onderzoek Ar beidssituatie in het Rijnmondgebied". Hoewel dit rapport, dat onder andere gebaseerd is op een uitgebreid opinie-onderzoek, sterk de aandacht heeft getrokken, toont het eigenlijk aan wat door velen al jaren met een „natte vinger" werd aan gevoeld, namelijk dat de factor leefbaarheid als een onmisbare component in de economische struc tuur van de grote industriecentra moet worden aan gemerkt. In het onderstaande zullen enkele conclusies wor den vermeld. De bedoeling is niet om met een zekere ongemotiveerde trots aan te tonen dat het in Zeeland met de leefbaarheid (nu nog) beter gesteld is dan in Rijnmond. Het rapport geeft echter duidelijk aan dat de ontwikkeling van Rijnmond werd (wordt) begeleid door een aantal negatieve tendensen, welke bij de ontwikkeling van hef Westerscheldebekken tot een tweede Rijnmondge bied in ieder geval voorkomen zullen moeten wor den. ENKELE BEVINDINGEN VAN HET RIJNMONDRAPPORT „De zuigkracht van de Rotterdamse agglomeratie voor nieuwe bewoners wordt gevormd door hetgeen deze streek te bieden heeft aan arbeid. Deze zuigkracht blijkt echter niet dat vermogen te hebben, dat er in het algemeen aan wordt toegeschreven. De vele lege arbeidsplaatsen (ca. 20.000!) zijn daarvan een onmiskenbaar teken, evenals de veel grotere trek uit Rijnmond dan de vestiging aldaar" 1). ,,Er werken nu ca. 8.000 mannelijke buitenlandse werk nemers in Rijnmond". ,,Een beleid op lange termijn ten aanzien van de arbeidsvoorziening, dat mede gericht is op de buitenlandse werknemers lijkt, gezien de voortdurende spanning op de arbeidsmarkt in Rijnmond, dan ook drin gend gewenst". Bij het scheppen van nieuwe werkgelegenheid zal dus voorzichtigheid moeten worden betracht. Het kan nl. niet het doel van de Nederlandse econo mische inspanning zijn de werkgelegenheid zoda nig op te voeren dat het beroep op de buitenlandse arbeidsmarkt moet worden uitgebreid. De investe ringen voor het scheppen van deze werkgelegen heid kunnen beter voor tal van urgente voorzie ningen worden aangewend. „Niet alleen wat de gebieden aan werkgelegenheid en soort van arbeid te bieden hebben, maar ook de bewoon baarheid en leefbaarheid zijn nu belangrijke factoren voor de werknemer geworden bij het afwegen van de vraag of hij wil blijven werken en wonen waar hij is, of weg trekken". „Het tekort aan leefbaarheid in deze haven en industriestreek brengt thans velen er toe deze streek vaarwel te zeggen en elders te gaan wonen en werken." „In Rijnmond nu worden verbindingen in veel gevallen pas verwezenlijkt, nadat woon- en werkgebieden tot stand zijn gebracht". „Het is de combinatie van woon- en werkgebied, die rechtstreeks ingaat tegen de woonwensen van de werk nemer en de plaats die hij de arbeid in zijn leven geeft: een gebied dat ontworpen en gereserveerd is voor wonen én ontspannen en een woonomgeving die het hem ge makkelijk maakt los te komen van de arbeid". „De algemene voorkeur van de Rijnmondse bevolking gaat duidelijk uit naar de eensgezinswoning met een privé tuin. Etagewoningen worden vaak slecht gewaardeerd. De ge horigheid speelt hier een belangrijke rol, alsmede de on mogelijkheid, een wakend oog op de spelende kinderen te houden. Hoogbouw is door zijn extra voorzieningen doorgaans te duur voor de gemiddelde werknemer". „De bewoners van Rijnmond die dit gebied verlaten, om dat zij klachten hebben over wonen en leven, geven als redenen voor hun ontevredenheid vóór alles op, de on prettige woonomgeving, de luchtverontreiniging en de ontbrekende mogelijkheden voor ontspanning en recreatie". „Men ervaart de luchtverontreiniging als psychisch irritant; men kan de stank op den duur niet verdragen". „In ver schillende bedrijven zijn reeds zeer kostbare voorzieningen aangebracht om rookconcentraties en verspreiding van siunk en schadelijke gassen te voorkomen, zoveel mogelijk te beperken of nagenoeg uit te sluiten. Over de gevaren van de luchtverontreiniging voor de volksgezondheid lopen de meningen uiteen. Niettemin beïnvloedt de stank het leefklimaat wel zéér ongunstig en de stank behoort dan ook tot de belangrijkste oorzaken, waarom men dit gebied verlaat". „Het is de geringe afstand tussen de plaats waar men woont en de plaats waar de industrie is geconcentreerd, die mede debet is aan de ongunstig gewaardeerde woon- en leefsituatie". „In de tegenwoordige situatie in Rijnmond staan zowel de welvaart als het welzijn op het spel, omdat het ongunstige woon- en leefklimaat de arbeidsvoorziening en daardoor de produktiviteit in gevaar brengt". menen wij op grond van onze onderzoekingen te moeten waarschuwen tegen een herhaling van de geschie denis van Rijnmond". 101

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1969 | | pagina 5