November 1944 met Kol. Comm. Ross, Highland Light Inf.
Regt., 52nd Lowland Division
(Volgens aantekening van C. A. v. W. op de foto. Bij navraag
door de schrijfster aan Schotten van dit Regt. op 1 nov. 1969,
bleek dit niet Maj. Johnson te zijn, zoals in de P.Z.C. van
28 okt. 1969 werd vermeld. Helaas was Ross niet aanwezig om
zichzelf te identificeren)
Meerdere Zeeuwen waren toen geërgerd over die
benoeming en voelden zich gepasseerd, een enkele
kleine ziel heeft hem daarom zelfs in zijn hele
ambtsperiode dwarsgezeten! Toch kan men vijftig
jaar later zeggen, en de oudere Vlissingers zullen
dit beamen, dat de Kroon de juiste man op de
juiste plaats koos. Hoewel niet opgeleid voor het
ambt, had hij bewezen de kwaliteiten te hebben,
die ervoor nodig waren, intelligentie, scherpe blik,
toekomstvisie, internationale bekendheid, zojuist
bewezen trouw aan het vorstenhuis, naast het voor
recht zelf een zoon van Vlissingen te zijn.
De ironie van het kansspel der carrières wilde
overigens, dat hij gelijktijdig benoemd werd als
chef Inlichtingendienst van de Generale Staf (nu
te vergelijken met de Intelligence Service). Twee
radicaal verschillende carrières lagen voor hem
open. Hij koos, naar ik geloof, de goede weg, de
grap van zijn burgemeesterschap, die hij met de
inzet van zijn leven tot een diepernstig levensspel
heeft gecreëerd.
Uiterlijk verloor hij, door het „Englandspiel" der
Duitsers, de inzet van zijn leven, de havenstad
Vlissingen, maar geestelijk ben ik ervan overtuigd,
dat hij het spel, dat het universum met hem speelde,
won door sans rancune dankbaar voor en innerlijk
tevreden te zijn met het leven, toen alles wat hij
opbouwde om hem heen vernietigd was in Zeeland,
toen zijn spel uit was in 1945.
Inlichtingendienst
Wat waren de verdiensten, die tot zijn benoeming
leidden? Zijn berichlendienst, opgezet zonder enig
voorbeeld of opleiding daartoe, tezamen met zijn
vriend, de latere generaal Fabius, heeft de regering
in die dagen grote diensten bewezen. Bovendien
was Van Woelderen nauw betrokken bij de huldi
ging van de Koningin en het samenroepen der
militairen voor de eed van trouw in de revolutie
dagen van 1918.
In Het Leger van september 1966 (zie ook Mil.
Spectator en PZC 3) wijdt It.-kol. A. Wolting een
artikel aan het dagboek van mijn vader, dat daar
in uitgebreid wordt geciteerd. Wolting schrijft:
„De Nederlandse Inlichtingendienst heeft toen
een belangrijke rol gespeeld voor Koningin en
land. En dat terecht om de beloofde trouw en
gehoorzaamheid, die vooral bleek bij de hul
diging van Koningin Wilhelmina op het Malie
veld in Den Haag de gebeurtenissen uit
die dagen vinden we met tal van historische
bijzonderheden weergegeven in het dagboek
van kapitein C. A. van Woelderen toen werk
zaam op G.S. Ill en door hem afgestaan aan
de sectie Krijgsgeschiedenis Ook nu valt
het weer op, dat deze inlichtingenofficier, af
gekeurd voor Ariilleriedienst, de voor zijn func
tie zo belangrijke gave had, steeds in staat te
zijn van actuele gebeurtenissen de draagwijdte
te zien en direct de nodige maatregelen te
adviseren De betekenis van de ontvangen
inlichtingen zag vooral Van Woelderen scherp,
met oorzaak én gevolg."
Door deze diep doorleefde gebeurtenissen had
burgemeester Van Woelderen een sterk emotioneel
gevoelde aanhankelijkheid aan Koningin Wilhel
mina, wier leeftijdgenoot hij was. Bovendien had
hij in later jaren als burgemeester groot respect
voor haar grote intelligentie en kritische belang
stelling. De Koningin kwam graag en vaak naar
haar Markizaat Vlissingen, ook om over te steken
naar Engeland, soms incognito als mevrouw Van
Buren, waar de burgemeester dan van op de
hoogte werd gebracht. Prins Hendrik kwam meer
malen privé bij ons naar ik meen tijdens de jacht,
waar ook mijn vader een liefhebber van was.
Dit was een heel gedoe in een tijd dat het vorsten
huis nog niet zo democratisch was als nu. Mijn
vader heeft Hare Majesteit altijd zeer hoog ge
houden, maar één anecdote kon hij niet nalaten
te herhalen. Koningin en Prins kwamen officieel
naar Vlissingen om een geitenfokkerij te openen.
Hare Majesteit liep voorop met de Commissaris
van Zeeland. Daarachter Prins Hendrik met mijn
vader, die beiden wel van een mopje hielden.
De een na de ander werd getapt, in de stoet
wandelend en knikkend naar de Vlissingse bevol
king. Op een moment vertelde de burgemeester
blijkbaar zo'n goede grap, dat Prins Hendrik hoor
baar bulderde. De Koningin staat stil, draait zich
cm, en zegt met luider stem: „Henk, interesseer je
voor die geiten!", op de toon van een bevel.
Het was een onovertroffen practical joke, maar
niemand zag het op dat ogenblik. De beide heren
liepen als schooljongens rood aan. De Prins heeft
186