Vijf en twintig jaar Eendrachtbode
G. Heijboer
Terwijl een puntig reclameman de slagzin lanceerde: „Een dag
blad kunt U niet missen geen dag", volgde prompt een
weinig minder gevatte slogan: „Van het nieuwsblad wil men
niets missen geen letter!"
Beide slagzinnen mogen dan wat propagandistisch getint zijn
anders zou het ook tekort doen aan de reclamewaarde er
schuilt toch niets in, waarop de „Verborgen verleiders" van
professor Packard van toepassing zou zijn.
Integendeel, in beide slogans zien we het fundament van deze
twee media. Het ene het dagblad met als voornaamste
basis de actualiteit. Het andere het nieuwsblad met ge
detailleerde informatie van en voor een beperkt gebied.
Wanneer de redactie van het Zeeuws Tijdschrift ons
de vraag stelde om iets in dit nummer te schrijven
over de 25-jarige Eendrachtbode, het gedurende
die tijd op Tholen en Sint-Philipsland éénmaal per
week verschenen en nog altijd verschijnend nieuws
blad, zal ze zich kunnen indenken, dat we ons die
taak wat ruimer hebben gesteld om enigermate de
afgrond van de menselijk zo eigen zelfverheer
lijking wat te ontwijken.
Mogelijk is de lezer zelfs geïnteresseerd wat meer
persinformatie te krijgen in de letterlijke betekenis
van het woord. Opgemerkt moet dan worden, dat
er vier organisaties op het terrein van de pers in
ons land werkzaam zijn.
De eerste, we zouden als het ware mogen schrij
ven, de machtigste is de NDP, dit is de Neder
landse Dagbladpers. Met uitzondering van het dag
blad „De Waarheid" zijn hierbij alle ongeveer
honderd bestaande Nederlandse dagbladen aan
gesloten.
Bij deze organisatie kan men twee sectoren onder
scheiden. Een sector landelijke dagbladen, beperkt
tot een tiental en een sector regionale dagbladen,
waarvan er belangrijk meer zijn, met in het alge
meen per dagblad (begrijpelijk) minder grote op
lage, een uitzondering daargelaten.
Waar iedereen dagelijks een dagblad onder ogen
krijgt, is het overbodig daarover hier verder uit
te wijden. Dat valt trouwens helemaal buiten het
aan ons gericht verzoek. Vast staat dat een dag
bladlezer allereerst geïnformeerd wil zijn over het
laatste wereldgebeuren, vervolgens de nationale
ontwikkeling min of meer belangstellend zal volgen,
ook min of meer geïnteresseerd zal zijn bij opinie
vorming, achtergrondinformatie en zover haar of
zijn uitgetrokken leesuurtje dat dagelijks mogelijk
maakt, kennis zal nemen van al het andere wat
het dagblad opfleurt aan reportages tot de strips
en het vervolgverhaal, vrouwen- of jeugdpagina
toe.
De tweede persorganisatie in ons land, die we hier
willen noemen is de NOTU, de Nederlandse Orga
nisatie van Tijdschriften Uitgevers.
Deze organisatie heeft een rijk gevariëerd ledental;
om het kort te omschrijven van de uitgever van
„Spiegel" tot aan het orgaan van de „Aquarium
liefhebber" toe. Misschien mogen we deze groep
zonder iets te denigreren aanduiden als de
uitgevers van de weekendlectuur. Daaronder zijn
er overigens met enorme oplagen. Denk maar aan
de damesbladen.
Een derde, vrij jonge en nog weinig op de voor
grond tredende organisatie, is de NHHP, de Neder
landse Huis-aan-Huisblad Pers. De uitgevers van
de gratis bladen. Gewoonlijk slechts gevuld met
advertenties tegen een lager tarief dan bij de
andere media (geen redactiekosten). Hierop zijn
enkele gunstige uitzonderingen. Neem maar een
„Havenloods" in Rotterdam en een „Posthoorn"
in Den Haag om een paar van die uitzonderingen
te noemen. Uiteraard op de vingers van één hand
te tellen en met een veel onduidelijker functie be
halve een financieel gunstige exploitatie van de
uitgever zelf.
Men kan deze groep moeilijk rangschikken onder
de organisatie van „voorlichters" en in deze sector
is er een veel omvangrijker komen en gaan.
Betaald nieuwsblad
Tenslotte dan als vierde persorganisatie de NNP,
dit is de Nederlandse Nieuwsblad Pers, een or
ganisatie van uitgevers met minder dan dagelijks
192