In 1946 zijn we gaan rooien. En het werd 1950 eer
de herbeplanting voltooid was."
Het bevreemdt ons dat Schuddebeurs onder water
heeft gestaan, het lijkt of hef hoger gelegen is dan
het omliggende polderland.
„Dat valt tegen", zegt de huisbewaarder, „en water
liegt niet."
Schoddebozze heeft zijn bos weer, twintig jaar
oud. Geen bijzondere flora en fauna, maar alles
wat er leeft wil gedijen. Op Heesterlust, aan de
overkant van de weg, woont een reigerkolonie. Een
paar jaar geleden was die bijna uitgeroeid ten
gevolge van de toepassing van landbouwgiften,
maar nu neemt de reigersfand weer wat toe.
En de mensen? Het is een handje vol. Schudde
beurs en Noordgouwe tellen samen zo'n acht
honderd inwoners. Een vergrijzende populatie.
Voor het merendeel behoort de bevolking tot de
Hervormde Kerk; verder zijn er Gereformeerden,
Christelijk Gereformeerden en leden van de Ge
reformeerde Gemeente. Op Schuddebeurs woont
één Rooms-Katholiek gezin. Men viert kermis, op
tweede Pinksterdag. Vroeger kwamen de wel-
gestelden van Zierikzee er heen, maar tegen
woordig De kermis verpaupert, door veel
geschreeuw uit luidsprekers. Dat past niet bij
Schoddebozze.
In het café staat een slager, de slager bij de toog.
Dat het koud is en of we voor zaken hier zijn.
De Bruin zet de reden van onze aanwezigheid
uiteen.
Interesse voor Schuddebeurs, dat is niet alledaags!
De man, Nehemia Jozua zijn z'n voornamen, praat
De huisjes van Maria de Pottere te Noordgouwe