graag en goed over de oude tijd, die zo best niet was. Hij is geboren op Kerkwerve, niet ver van hier. Vader was bakker. Als klein kereltje heeft Nehemia in het bedrijf geholpen, met het aanslepen van musters en turven langen. Met de roer'aek heeft hij de as in de doofpot geschraapt. Hij heeft ook appeltjes gedroogd op de nog warme ovenplaat. „En brood bezorgd: van die vierponders, weet je wel? In de crisisjaren kon menigeen al dat brood niet betalen, maar vader bleef leveren, dat spreekt. En toen de ergste jaren voorbij waren, zorgden al die klantjes ongevraagd voor een schone lei. Zie, zo is dat op Schouwen gesteld". Nehemia is later overgegaan op het slagersbedrijf. „Een onsj' 'amme, gesneje-n-'é." Hij rekent zijn verteer af, stapt naar de buitendeur en kijkt nog eens om, nieuwsgierig te weten of wij hem begrepen hebben. Hij haalt de schouders op, spreidt de armen gebaar van machteloosheid aangaande 's levens loop. Een vertegenwoordiger, die eenzaam bij de kachel zijn boterhammetje zit te eten, verzucht halfluid: „De crisisjaren, praat me er niet van. Ik leverde de mensen toen drie paar sokken voor negendertig cent." We hebben nog wat rondgereden door de Heer lijkheid van Noordgouwe. Even buiten Schudde- beurs vonden we een optrekje met een dakrand versiering die aan de figuurzaag herinnerde. Bij navraag bleek het 't oude breischooltje te zijn, eens geschenk aan de gemeenschap van een freule of een douairière. Schuin tegenover het huisje stond in de berm een grenspaal: Beoosten den steen, Be westen den steen. De Bruin zal er straks wel iets van vertellen. Op Noordgouwe kwamen we met de timmerman in contact. Hij verscheen in de deur van zijn werk plaats om te vragen wat Kotvis er in zag een dood gewone gevelsteen te fotograferen. En zo doende In de timmerwinkel lagen op een plank tegen de muur tientallen profielschaafjes, souvenirs aan een puur ambachtelijk verleden. Er lag ook een houten boor, zo een als ik lang geleden zag gebruiken, toen Houthandel Alberts in Middelburg een lorrielijntje liet aanleggen Achter de Houttuinen. Met precies zulke boren bogen de mannen zich over de bielzen, de kin nagenoeg op de knop. Onze gastheer demonstreert hoe er met de dissel gewerkt wordt ja zeker: wordt. Want hij ge bruikt de dwarsbijl nog voor het kappen van houten goten. Dat is werk, waarbij je je door niets mag laten afleiden, want voor je het weet kap je in je voet. Ja, er wordt nog altijd gedisseld; bij de bouw van houten sluisdeuren bijvoorbeeld. Maar vroeger de wagenmaker, de kuiper, dagelijks werk. Menig dorpstimmerman treedt op als brandmeester, ook die van Noordgouwe. Door deze nevenfunctie behoorde onze zegsman tot de elf bewakers die na de rampnacht op het dorp bleven. „We inspecteerden de dijken en knapten allerlei karweitjes op. Ik bijvoorbeeld heb weken lang voor de kippen gezorgd, alle kippen van Noordgouwe. 202

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1969 | | pagina 26