hij het boek tot de lezer laat spreken. Het vers
eindigt met de regels:
O Sion! wees gerust, dat dit U waertste pant
Rust in het groot geslacht,
rust in de trouwste handt.
Maar ook het grote geslacht Vierling heeft dit boek
moeten afstaan. In de vorige eeuw kwam de bijbel
in handen van de ambachtsheer van Noordgouwe.
In 1905 werd deze waarschijnlijk enig overgebleven
Zeeuwse kloosterbijbel, die gelukkig alle oorlogs
stormen goed heeft doorstaan, voor de provinciale
bibliotheek verworven.
Noordgouwe is enkele merkwaardige monumenten
rijk, zoals de in 1651 door Maria de Pottere ge
stichte huisjes, die nog de Potteres of Conyers
(Koenjers) huisjes worden genoemd. Voor dit doel
legateerde zij 14 juli 1650 vijftienduizend gulden,
maar zij stierf reeds de volgende dag. Haar man,
de ridder John Conyers, zorgde er voor dat de
huisjes in 1651 werden voltooid „ter eeren Godes
des richtes der weduwen en rijcken gevers alles
goeds ende tot troost en onderhoud van vijf eer-
lijcke van goede afkomste en van kloecke voor
standers ontbloote weduwen". Het schijnt dat ze
bestemd waren voor officiers- of dochtersweduwen,
en wat overschoot van de rente van het belegde
kapitaal werd onder de weduwen verdeeld. In een
beschrijving die ik las, uit 1878, komt er dan triest
achteraan „De huisjes zijn thans in verval en strek
ken tot woning van behoeftige arbeidersgezinnen".
Nagtglas, want hij is de schrijver van deze regel,
zegt nog meer over deze erflating om te besluiten
met deze volzin: „De achteloosheid, om niet te
zeggen de oneerlijkheid der achttiende eeuw, heeft
waarschijnlijk niet weinig medegewerkt om deze
instelling, gelijk menig andere liefdadige inrichting
in Zeeland, te doen vervallen'. Thans op onze
beurt zijn wij boos op het geslacht van een eeuw
geleden, dat achteloos oude poorten en huizen
afbrak, grachten in straten veranderde, het stads
beeld verknoeide door de aanleg van kanalen enz.
aam*, nxwww. Er zijn verder monumenten van heel bescheiden
omvang, zoals de grenssteen waarop aan de ene
zijde: beoosten den steen en op de andere zijde:
bewesten den steen te lezen valt. Dit houdt verband
met de groei van dit gebied. De stroom „de Gou
we" boog in de middeleeuwen af, en vormde de
Noordgouwe. Bij de indijkingen werd het eiland
Dreischor aan Schouwen verbonden. Noordgouwe,
genoemd naar de stroom, werd een aparte heer
lijkheid maar als rechtsgebied viel het in twee
stukken uiteen als gevolg van de aanwassen aan
de zijde van Dreischor en die aan de zijde van
Schouwen. „Beide deeze deelen plagten voormaals,
door hoog opgaande boomen, daartoe van 's
landswege geplant, en door blaauwe steinen, in
den grond gezet, onderscheiden te worden, daar
zij hunne benaaming van hebben", zegt de Tegen
woordige Staat. Onder het opschrift „Beooste den
steen" ontwaart men een galg, wat op hoge heer
lijkheidsrechten duidt, die beslisten over dood en
leven van een misdadiger.
Niet altijd is men zuinig op zijn monumenten, de
molen van Noordgouwe zal men thans vergeefs
zoeken. Een ander monument dat verdwenen is, is
Öe molen, Uoorögouws
Stoomtram C. )4, btj Schudèebeurs
De T©i bij Schuddebeurs
$mti, Sferlkicee.
204